dinsdag, januari 30, 2018

Japan, we komen terug!

Japan beviel ons. Totaal anders en vreemd maar heel makkelijk te bereizen. We willen wel terug komen en misschien wat meer van het platteland en van de natuur zien. De paar keer dat we gefietst hebben, smaakte ook naar meer ondanks de kou. In een oud deel van Tokyo liepen we over een begraafplaats waar een prachtige rij bomen stond. Wat moet dat mooi zijn als die wit in bloei staan! Maar ja om dat te zien moet je dus terugkomen. De begraafplaats is heel erg gewild, een soort Zorgvlied van Tokyo. Na de kou en de wind gluhwein en linzensoep in een modern café.
Met Kumamoto, Kyoto en Tokyo na elkaar hadden we wel het gevoel 3 stedentrips achter elkaar gedaan te hebben. En wat doe we in een stad? Wij lopen. De laatste week heb ik meer dan 100000 stappen gedaan, ondanks een paar reisdagen.
We vlogen van Tokyo naar Bali met Air Asia in een driekwart leeg vliegtuig. Niet echt lonend voor een echte prijsvechter. We waren wat in de war met het tijdsverschil, maar uiteindelijk bleek de vlucht 9 uur in beslag te nemen. We hadden ons de luxe van een "fully flat seat" gepermitteerd. Voor onder de 100 dollar extra. Natuurlijk is zo'n stoel bij Air Asia niet plat, maar een gewone business stoel zonder de daarbij behorende faciliteiten. Een schermpje om een film te bekijken daar doen ze ook niet aan. De oudere Indonesische meneer die ook in "business class" zat, vroeg om 2 glazen champagne, maar kreeg tegen betaling van 13 euro twee blikjes bier zonder glas. Wij kregen de reeds ingeschonken koffie niet omdat ons geld op was en met een creditcard betalen niet kon.
In de wachthal voor vertrek paradeerde een stewardess van Air Asia met een groot bord dat het verboden was eigen drank of eten mee te nemen aan boord. We hebben toen de net aangeschafte flesjes wijn maar meteen opgedronken. Je begint dan wel ontspannen aan zo'n vlucht op half elf s' morgens. Gelukkig hadden we van te voren wat eten besteld, anders hadden we negen uur lang niks kunnen eten.
Lost in Translation weer gezien op onze computer, mooi als afsluiting van Japan. Tjonge wat spelen ze naturel. Veel is herkenbaar. Een gokhal, een begraafplaats, een straat met alleen karaoke cafe's, dronkenschap, 20 man in de lift en ik ben de langste.

vrijdag, januari 26, 2018

Met de kogeltrein


900! De kogeltrein van Kyoto naar Tokyo gaat een keer of 8 per uur. In elke trein kunnen zo'n 1500 mensen. Onze trein zit behoorlijk vol. De vertraging van een trein schijnt in secondes te worden weergegeven. Onze trein vertrekt stipt op tijd. Maar we belanden in een fikse sneeuwstorm en komen bij de eerste halte 900 seconden te laat aan. Voor de NS normaal maar voor de Japanse Spoorwegen een grote schande. De afstand van dik 500 km legt de trein normaal af in 2 uur en 20 minuten. Met drie stops.


Door de geweldige treinverbindingen reis je met 200 a 250 km door het land. Voor reizigers schuift het lang gerekte land als een harmonica in elkaar.
De stations zijn werelden op zich. Het station in Kyoto is een prachtig gebouw. Schitterende hoge hal. Heerlijk druk. De snelle treinen vertrekken 2 hoog, de gewone treinen een verdieping lager. Er is een warenhuis boven op een deel van het station. In het warenhuis zijn 9 roltrappen achter elkaar in elkaars verlengde. Op 9 en 10 hoog (in Japan 10 en11 hoog, B is de kelder) zijn 39 restaurants. In de kelder zijn er meer dan veertig. In totaal kan je in dit station bij zeker 150 restaurants terecht.
Het station van Tokyo heeft minder allure. Speciaal is wel dat je daar honderden meters onder de grond kan lopen. Op straat zien je niet zoveel mensen. Die lopen allemaal soms van 6 straten ver onder de grond langs winkels, koffietentjes en restaurants.
In de trein naar Tokyo zien we Mount Fuji liggen. Met slechts 1 wolkje ervoor.

donderdag, januari 25, 2018

Alleen onder de bogen


We waren verwend, met een reis langs plekken waar geen toeristen komen. Hier in Kyoto zijn we weer op een plaats waar "je geweest moet zijn". Ook In de winter zijn hier toeristen. Niet zo gek omdat Kyoto een stad is met 5000 tempels.
Vandaag zijn we naar het tempelcomplex Fushimi Inari-Taisha gewandeld. De tempels zijn bekend vanwege de honderden rode bogen waar je onderdoor loopt. Het is prachtig en een flinke wandeling omhoog tussen die bogen door. Onderweg zijn er honderden kleinere en grotere tempels.
Een grote stroom toeristen begeeft zich van het treinstation naar de ingang van het terrein. Met een grote groep loop je onder de bogen door de berg op. In het begin is het een geschuifel. Bij de eerste tempel kan ik niet verder omdat een mevrouw een selfie staat te nemen met haar telefoon. Ze is vergeten dat daar nog een selfiestick aan vast zit van meer dan een meter. Hiermee verspert ze als een slagboom de hele doorgang.
Wat zal het hier adembenemend druk zijn in de zomer, zeggen we tegen elkaar.
Grappig is dat iedereen een foto of selfie wil maken van het pad met de rode bogen zonder anderen erop. Mensen lopen dus door omhoog tot ze een punt bereiken waar ze met even wachten een foto kunnen maken zonder andere mensen erop. Als dat is gelukt keren ze om en gaan ze weer naar beneden.
Degenen die naar boven doorlopen en de hele tocht van 4 kilometer lopen, blijkt een klein groepje te zijn. Een op de 20 schat ik zo. Opvallend is dat het percentage buitenlandse toeristen oververtegenwoordigd is. Het zijn de buitenlanders die doorlopen. Het pad over de berg heen is stil, ingetogen, prachtig met al die tempeltjes en oude graven. Je wordt er vanzelf filosofisch van. Leuk is dat als je iemand tegemoet komt dat je die dan als vanzelf begroet.
Na afloop een kop soep met slierten gegeten in een klein restaurant waar we eigenlijk gingen zitten omdat Leonie zag dat ze er iets van sate gemaakt werd buiten. Helaas bleek dat geen kippensate, maar sate van ongeboren kwartel. Dan maar soep. Wel onze eerste soep die we zonder lepel hebben gegeten. Als iedereen om je heen de hete slierten naar binnen slurpt (met geluid) dan doen we dat ook maar.

woensdag, januari 24, 2018

Fietsen in Kyoto


Een auto parkeren op straat mag niet in Japan. Parkeren doe je in een garage of op je eigen terrein. Straten zien er mooi uit. Zelfs smalle straatjes in de stad lijken veel ruimer doordat er geen auto's staan. Een verademing voor ons. Voor de automobilist is het wat lastiger. Maar ach er zijn genoeg parkeergarages.
Voor fietsen geldt hetzelfde. Er mag niet zomaar op straat geparkeerd worden. Doe je dat wel dan is je fiets zo meegenomen door de gemeente. Er zijn in de stad speciale parkeergarages en parkeerplekken voor fietsen. Zelfs parkeerplekken onder de grond. Steek je fiets boven de grond in een sleuf tik een nummer in en een deurtje gaat open en je fiets verdwijnt. Floep zo onder de grond. Terug krijg je hem door een nummer in te tikken.
Zoveel parkeerplek is er niet. Toen ik opzocht waar we onze fietsen kwijt konden om een tempel verderop te bezoeken, bleek de parkeerplaats die het dichts bij was voor ons hotel te zijn. Daar schiet je dan niet veel mee op.
Voetgangers lopen hier meestal rechts. Op de weg wordt door het verkeer links gereden. Fietsers worden hier als een soort voetgangers gezien. Je rijdt op de stoep, steekt over op de zebra. Of je links of rechts van de weg op het voetpad rijdt doet er niet toe. Maar wat doe je als je iemand op de fiets tegenkomt? Passeer je die links of rechts? Daar is geen pijl op te trekken. Vreemd genoeg gaat het elke keer goed, althans we zijn nog tegen niemand aangereden. Maar erg hard rijden we niet op onze gehuurde barrels in de soms snerpend koude wind bij 1 graden. Er wordt hier ondanks kou veel gefietst ook door oudjes. Ze kunnen er goed tegen. Wij durfden ook niet meer te klagen toen we 200 peuters tegenkwamen die allemaal in korte broek met blote beentjes liepen. Ze worden gehard die Japanners.
Toen iemand uit de rimboe voor het eerst in de stad Singapore kwam, en hem gevraagd werd wat de meeste indruk had gemaakt, zei hij "een kar met bananen". Dat vond hij handig want dan kon hij zijn bananen makkelijker vervoeren. Je blijft als je ergens bent altijd je eigen leefwereld als uitgangspunt houden.
Als je mij vraagt wat de meeste indruk heeft gemaakt hier in Kyoto dan zeg ik niet de werkelijk prachtige tempels en tuinen maar een gezinsfiets voor het vervoer van kinderen. Riant als in een fauteuil en lekker overdekt zitten ze voor en achterop. Moeder hoeft niet hard te trappen want de fiets is meestal voorzien van een elektrisch motortje.

dinsdag, januari 23, 2018

WC


Leonie klaagt dat in dit hotel de WC bril niet verwarmd is. Je raakt ook overal aan gewend in zo'n land. Natuurlijk verwarmt deze bril ook, maar het duurt even voordat je dat merkt.
Alle WC's die we hier binnengaan zijn een wonder van techniek en hygiene. Wat dacht je van een WC met verwarmde bril, verschillende instelbare spoelstraatjes, hete lucht om te drogen, bij opstaan automatisch doorspoelen en na het doorspoelen een kraantje dat automatisch 20 seconden in een wastafeltje blijft lopen. Waarom je die handen moet wassen als je ze niet gebruikt is onduidelijk.



Overal zijn in dit aambeiloze land gratis te gebruiken WC's. Ook hier de beste faciliteiten en de WC's lijken altijd net schoongemaakt.
Ze zijn nogal van de hygiene in Japan. Je mag het bad pas in als je je zittend op een krukje volledig hebt ingezeept en afgespoeld. Je mag pas aan een tafeltje gaan zitten in een restaurant als deze volledig is schoongepoetst. Voor en na het eten krijg je een in plastic verpakt nat doekje.
Heel veel mensen lopen met een chirurgisch kapje voor over mond en neus. Als je zo'n ding voor hebt, wordt dat heel normaal gevonden.
Waarom hebben ze zo iets op? Dat vragen Hollanders zich af.
Japanners geven allerlei redenen. Je besmet mensen minder als je verkouden bent (wat niet waar is). Of je wordt er minder door besmet door anderen (mits je het over de neus doet). Velen hebben het op in de auto, ook al zitten ze er alleen in. Juist fietsers die er baat bij zouden hebben om fijnstof tegen te houden gebruiken ze nauwelijks.
Tegen hooikoorts helpt het wel, maar hooikoorts in de winter? Een van de eigenaardigste dingen is dat als er door gevraagd wordt een derde of zo van de mensen aangeeft dat ze zo'n ding dragen omdat ze het mooi vinden, of er mooier door uit zien. Het accentueert je ogen en pukkels of een lelijke neus vallen weg. Je gezicht schijnt er ook smaller van te lijken. Een schoonheidsideaal in Japan.

zaterdag, januari 20, 2018

Enige toeristen

Toeristen



We zijn de enige toeristen hier in dit stadje. Het is natuurlijk niet het jaargetijde dat toeristen op pad gaan in Japan. Zeker georganiseerde reizen zijn er niet.  Wat ook meespeelt is dat Hytoyoshi niet in de toch heel dikke Lonely Planet gids van Japan staat. 
Het stadje noemt zich het kleine Kyoto omdat hier zulke mooie tempels zijn. Prachtig inderdaad. Ze hebben het beste water van heel Japan. Er wordt erg veel Sake gebrouwen. Helaas geen bier.
Een aardige wandeling is naar de top van een heuvel waar in 1200 een enorm kasteel is gebouwd. 
Toen we hier aankwamen konden we het hotel niet vinden. Niet gek als alles alleen in het Japans is geschreven. Leonie vroeg een mevrouw die in een auto zat of ze misschien wist waar we moesten zijn. Prompt stapte de mevrouw uit en gaf met gebaren aan haar te volgen. Ze rende op een sukkeldrafje voor de auto uit en gaf aan waar het hotel was en waar we konden parkeren. 
Enorm beleefd en voorkomend is iedereen. Het blijft verbazen. Altijd mag je voorgaan als je ergens in of uit gaat. Kom je een restaurant uit dan staan je schoenen  klaar en willen ze je helpen met een enorme schoenlepel. Vergeet ik mijn wisselgeld dan komen ze me na rennen.
Neemt de ATM geen Hollandse betaalkaarten, dan wijst de bankdirecteur ons op straat waar het bij de concurrent wel kan.
Ze spreken meestal maar een paar woorden Engels. Zeker in de provincie. Wij kunnen natuurlijk ook geen enkel woord Japans. Als je zaken niet kan vertalen dan gaat er helaas wel het een en ander verloren. Geen idee waar die aardige tempel voor bedoelt is, want alle informatie is alleen in het Japans.  Als je het menu in een restaurant niet kan lezen, heb je toch de neiging om het enige plaatje aan te wijzen.
Al met al heeft al die vriendelijkheid en beleefdheid een positief effect op ons. We begeven ons hier Thank You Thank You zeggend en knikkend en buigend door winkels, restaurants en hotels.

vrijdag, januari 19, 2018

Een Ryokan

Voor ons verwende reizigers is een verblijf in een Japanse Herberg, een Ryokan toch iets totaal anders. Op het eiland Kyushu waar we nu met een autootje rondrijden zijn honderden van dergelijke herbergen. Meestal met een warme waterbron en baden.

Onze Ryokan is in Hytoyoshi ergens middenop het eiland bestaat al een jaar of 80. In de herberg loop je op slippers die je bij het betreden van een kamer weer uit doet. Voor de WC heb je speciale slippers. Onze kamer is enorm groot, belegd met matten, mooie schuifdeuren, alles is laag en op de grond. Onze tafel is 40 cm hoog. Daarop in een prachtige doos een theeservies met een soort zeewier thee. Onder tafel ligt een kleed met daaronder een elektrische mat die je verwarmt. 

Als we gaan eten in het restaurant wordt de tafel in onze kamer opzij gezet en wordt een bed op de vloer opgemaakt. We slapen dus op de grond. Omdat we als buitenlanders de beste kamer van de Ryokan hebben gekregen, hoeven we geen wc of badkamer te delen. De andere kamers delen meestal de WC. Families slapen hier met 6 of 8 personen op een kamer. Natuurlijk op de grond. Ons uitzicht is prachtig over de rivier. Het glas in de ramen is gewapend met stalen draden. Omdat het hier een vulkaan gebied is. Regelmatig komen hier aardbevingen van boven de 6 voor. Verderop is een actieve vulkaan.

De meeste gasten in een Ryokan ontbijten en eten er ook. Ons avondeten bestond uit een reeks gerechten die in betrekkelijk hoog tempo werden geserveerd. Een van de prachtig geklede vrouwen die bedienden, sprak wat Engels en kon ons iets van het eten uitleggen. De sfeer was heel sereen. De tafel met aan weerszijden een kamerscherm zag er schitterend uit. De circa 10 amuses vooraf waren prachtig vormgegeven en opgediend. Een paar smaakten heerlijk, een paar waren wel erg glibberig en soppig. Op tafel waren voor ons elk twee stoofjes neergezet. Die na een minuut of wat (de soep) en na 20 minuten (de rijst) klaar waren. 

We waren tijdens de maaltijd blij als we herkenden wat we aan het eten waren. Een tiental soorten vis en andere dingen uit het water. Een klein soort gegrilde forel was heel lekker. Maar wat te denken van iets dat toch erg op gefrituurde zeekomkommer leek?
Aten we nu een oester of een ander schelpdier? En het smaakte naar zee, maar wat zat erin?

Het ontbijt bestond ook uit allerlei hapjes. We werden er wat giechelig van. Ook hier herkenden we maar een paar dingen. Ik laat me er op voorstaan dat ik bijna alles eet. Maar opgedroogde warme pap met soyasaus? Drie soorten bewerkte lauwwarme vis? Flauwe komkommer aspic? Een soppige bal in een bruin soepje in een heel mooi kommetje? Daar hebben wij toch wat moeite mee.

Je moet je wel aan voor ons meestal onbekende regels houden in zo'n Japanse Herberg. Bij het avondeten zijn wij de enigen die in nette gewone kledij aan tafel zitten. Alle anderen zijn in kimono, jasje daarover en witte sokken. We hebben al moeite genoeg de eetstokjes juist te hanteren. 
Bij het gebruik van de warme baden moet je je eerst volledig inzepen en wassen en dan mag je er pas in. De handdoek mag absoluut niet in aanraking met het bad komen. Het was wel enorm heet. Beetje te heet. De tweede keer ging wel een stuk beter. 

Het is goed voor ons om in zo'n Ryokan eens uit onze comfortzone te komen! We staan nu in volledige Zen modus. Wat ons niet belette om na een stevige wandeling bij de Mc Donalds terecht gekomen.

woensdag, januari 17, 2018

Deshima



Kijk daar heb ik gewerkt! Kom ik zo maar in een vitrine een plaatje tegen van het Oost Indisch Huis/ Bushuis. We kijken rond in de Deshima. Deshima was vroeger een eilandje in een baai voor de kust bij Nagasaki. Het enige contact tussen Japan en de rest van de wereld vond een paar eeuwen alleen via dit eilandje plaats. Voor de rest was Japan volledig geïsoleerd. Deshima was een kolonie van de VOC. Het hoofdkantoor van de VOC was toen in het Oost Indisch Huis.  En in dat gebouw heb ik gewerkt.

Het is een best aardig museum, met veel uitleg over de geschiedenis. En daar hoort de VOC ook bij. Bij binnenkomst wordt geconstateerd dat we Nederlanders zijn en krijgen we een Nederlandstalige folder en een Nederlandstalig "welkom" te horen. Als we van gebouw naar gebouw lopen worden we af en toe ingehaald door een groepje leerlingen die naar een tafeltje in een hoek van het gebouw snellen en dan weer gauw naar buitengaan. Het blijkt dat ze een aantal stempeltjes moeten halen om aan te tonen dat ze daadwerkelijk rondgelopen hebben. Een heel effectieve manier om ervoor te zorgen dat ze helemaal niets zien.

Het eiland is nu helemaal geen eiland meer. De stad Nagasaki is om het eilandje heengebouwd. Het eilandje is geheel opnieuw herbouwd. Omdat het al 150 jaar niet gebruikt wordt, maar vooral omdat in deze stad geen steen overeind bleef na de atoombom.



Naast Deshima staan negen bussen geparkeerd. Het zijn Chinese toeristen van een Cruiseschip. Ze hebben allemaal een badge met een nummer om en lopen in groepjes achter iemand met een bordje aan. 

Deze toeristen gaan niet naar Deshima, ze gaan naar de Chinese wijk even verderop. Deze Chinese wijk is een van de oudste buiten China. Ik vind het wel symbolisch: zijn naar hun wijk, wij naar de onze.


maandag, januari 15, 2018

Fukuoka in Zuid Japan


Japan is een geheel nieuw land voor ons. Alles lijkt op wat we kennen maar het is net even anders. Er zijn hier in Fukuoka heel weinig of eigenlijk helemaal geen westerse toeristen op dit moment. Het is winter en best lekker weer. Een graad of 8 en geen regen en wind.

In het vliegtuig uit Hong Kong zaten we voorin achter een BJ (Bekende Japanner). Iedereen die het vliegtuig binnen kwam groette hem en hij knikte af en toe terug. Bij aankomst in Fukuoka stond in de hal een tv-ploeg met verschillende camera’s en geluidsmensen te wachten. Ik zeg nog tegen Leonie dat is voor die BJ er. Tot de hele ploeg zich op ons stortte. De interviewer, een lollige, Japanse versie van Joris Linssen, stelde ons 15 minuten allerlei vragen. Ze waren kennelijk op zoek naar een curieus verhaal. Hij vroeg ook nog een paar keer of we tijd hadden. Ik dacht jezus dan moeten we ook nog mee naar de studio.
Dat we voor het lekkere eten en bier kwamen was kennelijk niet genoeg voor een dergelijk verhaal. Ik had natuurlijk moeten zeggen dat mijn grootmoeder een troostmeisje was geweest of dat we 40 jaar geleden een Japanse drieling hadden geadopteerd.

Het is hier netjes, geordend, beleefd, kalm, afstandelijk en heel bijzonder. Alles is hier kleiner. Kleinere auto’s, kleinere mensen, kleinere meubels enz. Als we opstaan van een bankje blijken er niet 3 maar opeens 6 japanners op te passen. Ik voel me nogal lomp op die kleine stoeltjes aan die kleine tafeltjes.

Om ons hotel heen zijn honderden eethuisjes. Meestal met niet meer dan 3 of 4 tafels. Soms in een kelder, of in een steegje of 3 of 4 hoog. De menu’s kunnen we helemaal niet lezen. Soms kan je een plaatje aanwijzen. Men spreekt meestal geen Engels. Zelf een glas bier of wijn zijn niet in het Engels te bestellen. Het eten is verrassend. Bizar en soms heel lekker. Waar eet je anders een groene pizza van zeewierdeeg in de vorm van een grote kerstkrans, vooral gevuld met ham en ei? Voor het vlees in een ander restaurant zijn we een keer terug geweest. Wel een half uurtje in de rij wachten. Je mag pas aan tafel als die weer gedekt is (alleen stokjes) en je je eten besteld hebt. Maar dan krijg je ook lekker eten voor haast niks.

In de wasserette konden we niks lezen, behalve een paar getallen. 10 en 100. Dat betekent dat je 10 minuten kan drogen voor 100 yen. De klandizie van de wasserette bestond uitsluitend uit mannen die allemaal op zondag hun was kwamen doen en geen woord met elkaar wisselden. Om je eenzaamheid op te lossen, moet je hier dus niet naar de wasserette. In het café of restaurant is dat een stuk beter geregeld. Daar word je als je weggaat door iedereen gegroet alsof het je beste vrienden zijn.
Ook in het hotel zijn ze heel erg vriendelijk en heel erg beleefd. Toen we vanochtend een paar fietsen willen huren, kwamen de twee portiers aangerend met elk een fiets. Tja wat voor fiets, een fiets voor mensen van 145 cm, maar wel elektrisch. Met het zadel in de hoogte stand kwamen onze knieën nog bijna tegen het stuur aan. Je fietst hier meestal over de stoep, en moet soms minuten wachten bij een zebra op het groene voetgangerslicht. On-Nederlands en toch houden we ons eraan. Iedereen wacht netjes op het groene licht, ook al komt er een minuut geen auto voorbij. Lekker door een paar parken langs tempels naar het strand gefietst. In de warme strandtent kregen we binnen een lekker dekentje voor over de knieën.
Japan begint op ons nu al een kalmerende invloed te hebben. We beginnen het kleine steeds meer te waarderen. Mogelijk komen we geheel Zen terug!





donderdag, januari 11, 2018

Hong Kong


Roltrappen en voetgangersbruggen. We zijn een paar dagen in Hong Kong. Onderweg naar Japan even gestopt op Hong Kong eiland. Alles gaat hier de hoogte in. Het hotel staat halverwege de berg, we zitten op de vijftiende verdieping, maar om ons heen zijn de gebouwen toch flink hoger. Aan de andere kant van de baai zie je de rest van de stad op het vaste land.
Hong Kong eiland is een schoon en veilig. Geen kauwgum op straat, nauwelijks politie te zien. Geen bedelaars, geen zwervers. Vergelijkbaar met Singapore. Autoverkeer en voetgangers zijn voor een deel gescheiden. Tussen de bankgebouwen zijn loopstraten hoog boven het verkeer. Van die loopstraten wordt enorm gebruik gemaakt. Als je vanaf ons hotel de stad in loopt, ga je met een hoop steile trappen door smalle straatjes naar beneden. Als je dezelfde route teruggaat, kan dat met meer dan 10 rolstrappen en lopende banden. Heel comfortabel.

Zo’n compacte stad is heel speciaal. Om 12 uur komen er binnen een paar minuten duizenden mensen in meestal dezelfde kledij uit de kantoren van vaak meer dan 50 verdiepingen. Goh wat kunnen er hier veel mensen zonder problemen op een klein oppervlak leven. Om 12:15 staat bij een populair restaurant een rij van 50 mensen.
Het is toch meer Chinees dan we vooraf dachten. En behoorlijk duur. Leonie zegt dat je hier twee keer zo veel moet verdienen dan in Europa. Horecaprijzen liggen zeker 2 keer zo hoog. Huizenprijzen liggen hier algauw op 15000 euro per vierkante meter. Openbaar vervoer is ook duur. Als 65 plussers betalen we met een special kaartje ongeveer de helft. Dat weer wel.

Leuk is het om naar het vaste land te varen. Nog nooit zo veel shoppers gezien. Honderden chinezen die met een rolkoffer hun inkopen doen. Het snelle chinese geld rolt hier. Even een paar dagen naar Hong Kong en iets van Gucci, Armani e.d. aanschaffen. Bij de enorme winkel van Gucci staat een rij buiten. Ze laten slechts een beperkt aantal mensen naar binnen. Helaas trekken dit soort winkels ook de handelaren in echte nepspullen aan. Die fluisterend worden aangeboden.

Het is hier ’s avonds merkwaardig koud. Bij aankomst was het in onze hotelkamer even koud als buiten: een graad of 7. Voor Hollandse begrippen een heel aardige temperatuur in de winter. Voor hier is het uitzonderlijk koud. Ze hebben nergens verwarming. Op de hotelkamer is warm douchen en in bed onder de wol kruipen de enige manier om warm te worden. Restaurants proberen het warm te krijgen door terrasverwarmers binnen te zetten. Mensen houden hun jas aan ook in de duurdere restaurants. Als het nu overdag 15 graden is dan vinden de mensen dat koud. Bijna iedereen loopt met dikke winterkleren. Over een paar dagen worden de temperaturen weer hoger en kan de airco weer aan.


woensdag, januari 03, 2018

Toerist in Chiang Mai.


Chiang Mai is ongeveer zo groot als Haarlem. Een provincie stad met een slaperig centrum en een paar heel drukke wegen daar om heen.  Verspreid over de omliggende vlakte wonen nog aardig wat mensen.
Wij klagen in Amsterdam over het aantal buitenlandse toeristen. Nou in Chiang Mai komen er zo ongeveer evenveel. Per jaar stijgt het toerisme met 15%. Vooral het aantal Chinezen neemt enorm toe. Het aantal hotelkamers is groter dan in Amsterdam. Toegegeven Airbenb is wat minder.

Sommige toeristen blijven hier maanden “hangen”. Het is er heel goedkoop en heel gemoedelijk. De meeste toeristen die hier komen, blijven echter maar een paar dagen tot een dag of vier. Na het bezichtigen van een paar Wats en de avondmarkt willen ze wel wat authentieks Thais meemaken. En dat wordt flink aangeboden. Volgens Tripadvisor kan je bijvoorbeeld kiezen uit 62 verschillende Cooking Classes. Of 35 fietstours. Dat is anderhalf keer zoveel als in Amsterdam.
Deze week raakten we verzeild op een avond eten en Thaise dans. Om het eenvoudig uit te leggen Jago moest wat foto’s nemen voor het werk van Merritt. Het eten was voor ons gratis, maar de drank niet. We werden afgehaald door een busje met gids en chauffeur. Een heel groot parkeerterrein vol met bussen, busjes en auto’s. Trappen op naar een groot houten gebouw waar lange heel lage tafels stonden. Zitten deed je op een kussentje en je benen kon je kwijt in een gat onder de tafel. In het midden een dansvloer.
We dachten wat voorafjes te krijgen, maar dat bleek de hele maaltijd. Als je meer wilde vulden ze de schaaltjes bij. Drank was natuurlijk, zeker voor Thaise begrippen peperduur.
Het echte traditionele dansen werd uitgevoerd door 8 dames en een jongen. De dames dansten ongeveer 6 keer dezelfde dans. Wel met steeds andere kleren aan. Een paar waren behoorlijk aan de maat, eigenlijk wel dik te noemen. Had wel een grappig effect zo’n dikkerd een elegant dansje te zien maken. We amuseerden ons dus best wel.
Inkoop kost zo’n voorstelling een reisbureau dik een tientje per klant. Daar word je voor van je hotel gehaald en teruggebracht, krijg je een gids mee, te eten en een dansvoorstelling. Klanten van het reisbureau betalen het dubbele of driedubbele van de inkoopprijs.

Rondhangen was er niet bij. Voordat de laatste dans afgelopen was, moest iedereen de drank betalen. Een drankje meer kon niet meer besteld worden. Er waren een paar groepen die om 8:30 arriveerden en er om 9:20 al weer weg moesten.
Bij het naar buiten gaan moest iedereen door een haag van muzikanten en danseressen, met aan het eind een donatiebox. Bijna iedereen trok zijn portemonnee. Mogelijk is dit de enige betaling die de danseressen en muzikanten krijgen.
Jago had een paar dagen hiervoor een home kookcursus gehad, waarbij de kok op dezelfde plank met hetzelfde mes de kip en daarna de groenten sneed. Garnalen werden zo uit de diepvries in de soep gegooid. Hij stelde voor om een trip samen te stellen van de slechtste attracties van Chiang Mai. Te beginnen met een bijna gratis Tuktuk ritje.