woensdag, februari 11, 2015

Bieren in de Westhoek


Fantastisch, maar niet te zuipen. We doen een rondleiding door de brouwerij Cantillon in een straat in Brussel. Een oude geuze brouwerij waar het bier door spontane gisting tot leven komt. De brouwerij is heel ouderwets. Voor ons bierliefhebbers uitermate boeiend en zo ver ik weet het enige museum waar Gerard met plezier heeft rondgelopen. We zijn niet de enigen op deze maandagochtend om 10 uur. Flink wat Spanjaarden en Italianen lopen hier ook rond. 
Het bier dat gebrouwen wordt is een lambiek zonder schuim, uitermate zuur. De mevrouw van de brouwerij geeft aan dat het een soort bier is zoals gebrouwen in de middeleeuwen. En dat we elke smaakervaring van het andere bier moeten vergeten als we het bier proeven. Na de rondleiding drinken we een paar proefglaasjes. Geen van vieren vinden we het lekker. Ik heb de neiging de inhoud van het proefglaasje in een plantenbak te kieperen.

Deze rondleiding is de afsluiting van drie dagen in het teken van bier en de eerste wereldoorlog. Kris kras hebben we tussen Watau, Ieper en Poperinge gereden door de Westhoek. Heel leerzaam en voedzaam.

Dat Geuze bier best wel te drinken is, en zelfs lekker kan zijn, hebben we gemerkt in het café La Mort Subite in Brussel. De langzaam ontdooiende ober daar legt Bjorn en ons tot drie keer toe het verschil uit tussen Lambiek, Faro en Geuze. Wat een mooi café! Zouden we in Brussel op de universiteit werken dan zaten we hier elke dag. Wifi op Eduroam van de Universiteit.

Op zaterdagmiddag reden we door een totaal verlaten streek naar een veel fameuze nieuwe brouwerij:  De Struise Brouwers. Hun proeflokaal in Oostvleteren is een paar uur open op zaterdag. In een piepklein dorpje is een ingang door een bouwval naar een binnenplaats, waar tientallen tonnen met bier in de buitenlucht staan. De brouwerij zelf is in een oud schoolgebouw. Bij binnenkomst blijkt dat het proeflokaal afgeladen vol zit met vooral buitenlanders: Japanners, Amerikanen, Spanjaarden en Italianen. Meer dan 30 bieren van de tap worden aangeboden, helaas is al een deel opgedronken. Vooral de populaire IPA’s zijn op. We drinken verschillende bieren, lekker maar behoorlijk sterk. Een mooie beginnende brouwerij, zeer zeker met durf opgezet gezien de mooie vaten en andere dure spullen die gebruikt worden. En succesvol.
Als we even verderop bij een bierhandel, wat bier gaan aanschaffen, blijkt dat De Struise brouwers toch ook commercieel denken. Deze bierhandel heeft ook een eigen brouwerij met een flinke capaciteit. Heeft een bier van De Struise brouwers succes dan wordt dat hier gebrouwen.  Er staan enorme tanks met Pannepot bier.
En dat is iets dat we iets dat we dit weekend vaker hebben gezien. Bier wordt niet altijd gebrouwen op de plek waar je denkt dat die gebrouwen wordt. Zo hebben we het vermoeden dat veel bier uit de streek bij de St Bernardus brouwerij wordt gebrouwen, een moderne en grote brouwerij. We hebben dat niet kunnen controleren omdat we 5 minuten na sluitingstijd arriveerden. Het bier van het trappistenklooster net over de grens in Frankrijk op de Mont de Cats, wordt gebrouwen bij de Belgische monniken van het trappistenklooster in Chimay. Het bier mag zich trappistenbier noemen, maar behoort niet tot de harde kern van de officiële trappistenbieren. Gebrouwen door een trappist in een trappistenklooster voor een trappistenklooster is nog geen trappistenbier begrijpt U.

Geen van ons neemt een biertje mee bij brouwerij Cantillon. Maar dat geldt niet voor de Spaanse toeristen. Hele dozen bier worden aangeschaft. T shirts en andere spullen vinden gretig aftrek.


dinsdag, februari 10, 2015

Logeren in het Kommiezenkot



Ik ben met drie biervrienden op pad om brouwerijen te bezoeken in Vlaanderen. Een soort pelgrimage zonder God. Op vrijdag eten we in ‘t Hommelhof een restaurant in Watau dat gespecialiseerd is in koken met bier. Je kan daar alleen gerechten met bier bereid eten. 

Om dicht in de buurt te verblijven heeft Bjorn kamers gehuurd in het Kommiezenkot in Poperinge. We zijn vergeten een kaart mee te nemen en internet werkt op geen van onze telefoons. De mevrouw van Garmin kent geen Kommiezenkot en Booking.com geeft een verkeerd adres op. Nadat we een paar blokjes en wat heen en weer hebben gereden (wel even een biertje onderweg gedronken) blijkt dat we al een keer of 4 langs het Kommiezenkot zijn gereden.

Onderin het Kommiezenkot is een aandoenlijk vijftigerjaren douane museum. In het cafe is een cel gebouwd waar je op gesloten kan worden in een boevenpak. We zitten hier precies op de grens, aan de overkant van de straat is het Frankrijk, daar spreken ze ook alleen Frans.

“Podverdomme nog aan toe” We worden ontvangen door de eigenaar Wally, die luid vloekend aan de telefoon binnen komt. Wally is een enorme fan van Elvis Presley. Geen imitator maar iemand die van die muziek houdt. Al gauw is hij met Bjorn in gesprek over muziek uit die tijd. Wally wil wel graag met Bjorn zingen, die immers ook heel veel nummers uit die tijd kent. Bjorn geeft aan dat hij eventueel vanavond wel wil zingen.

Door de copieuze maaltijd en de bieren komt het er die avond niet van dat Bjorn met Wally zingt. Na het ontbijt bewonderen we de gitaren van Wally in zijn Penthouse met mooi uitzicht over de heuvels. Hij is licht gehandicapt geraakt na een zware val een paar jaar geleden. Hij oefent nu op een Dobro, een steel guitar. 


Bjorn moet er toch aan geloven en een mooi duo is geboren Wally en Bjorn. Wally zet een bandnummer op, zingt in zijn ouderwetse microfoon en Bjorn zit quasi nonchalant op een barkruk op het toneel. Het klinkt eigenlijk best aardig, zo vroeg op de ochtend. 


Na elk nummer wil Bjorn vertrekken, maar dan wordt weer een nummer opgezet. Eindelijk weet hij zich los te rukken, en we vertrekken snel richting Ieper. In de haast blijkt dat Bjorn zijn paspoort en creditcard heeft laten liggen in de Kommiezenkot. We zullen dus de volgende dag terug moeten om die op te halen. Mogelijk kan Bjorn dan nog even een nummertje zingen, vragen we ons af.