vrijdag, februari 16, 2018

Ho Chi Minh City

We zien de rij bij de douane en Leonie zegt "dit is de laatste keer naar Vietnam". Eli kijkt om zich heen en zegt "I want to go home".
We zijn een paar dagen naar Ho Chi Minh City (HCMC) het aloude Saigon.
Met z'n allen in een apartment. Merritt die net haar baan heeft opgezegd en de kinderen hebben een visum nodig. En die moet je aanvragen in het buitenland. Krankzinnige regel, maar ja dit is Thailand. Ze kunnen bij Jago op zijn visum maar dan moeten ze eerst weer een eigen visum hebben. 
En Vietnam heeft weer z'n eigen rare regels.
Jago is totaal niet geimponeerd door de rijen. Hij heeft het wel veel erger meegemaakt. Bij hem hoeven we niet met klachten aan te komen. Ook dat het vliegtuig een uur vertraging heeft, doet hem niks.
Heerlijke stad HCMC. In vergelijking met Bangkok is de stad een stuk schoner en alles is veel beter geregeld. Vriendelijke niet kruiperige mensen.
Al na 1 dag vind iedereen de stad dat gedoe om er te komen wel de moeite waard.
Het blijft raadselachtig wat er nog communistisch is. Voor een prachtig gerestaureerd gebouw, een tempel van de commercie met Gucci, een verdieping met parfums, staan vanwege het nieuwe jaar leuke draken en bloemen op de stoep. Er worden driftig selfies en foto's genomen door de Vietnamezen. Binnen zijn alleen wat westerse toeristen en 5 keer zoveel personeel. Verder geen Vietnamees te bekennen. Het lijken twee gescheiden werelden, waarbij de een de ander financieert.
Weinig bedelaars, weinig street-food, Veel stoepen waar je gewoon op kan lopen. Heel veel min of meer officeele baantjes. 
Op 10 brommers wordt gepast door een bewaker die een bijna echt uniform aanheeft. En aangezien er meer dan een miljoen brommers zijn in HCMC is er dus  aardig wat werkgelegenheid gecreĆ«erd.
De eerste avond laat Pho Bo gegeten in een eethuis. "He Bert", zegt iemand, "er loopt een kakkerlak over je voeten". De lekkere soep (een euro) smaakte er niet minder om. Even later werd de kakkerlak door een poesje achternagezeten.
De tropen beginnen te wennen na een paar maanden.

donderdag, februari 08, 2018

De waarde der dingen


In Azie kan je spullen krijgen voor prijzen die je als rijke westerling niet kan begrijpen. Een broek voor 3 euro? Een T-shirt voor 1 euro. Het is allemaal te krijgen.
We hebben een paar teenslippers nodig op Bali. Reuze handig in de regen en op het hete strand. Nu kan je die bijna in elke winkel in Sanur krijgen. In elke maat en kleur die je wilt. Maar dat gaat zo maar niet. Om ze aan te schaffen moet je een vermoeiend proces in van loven en bieden. Om dat goed te kunnen doen moet je van te voren weten wat een redelijke prijs is.
En wat is een redelijk prijs voor een paar teenslippers?
De man in de eerste winkel pakt zijn rekenmachine en tikt een bedrag van 14 euro in terwijl hij zegt, Special prize for you. Het gewone bieden begint met een derde of een kwart terug bieden. Daarna moet je een verhoging accepteren en kom je ergens op de helft uit. Ik kan toch moeilijk met 1 euro beginnen te bieden.
Als we wat inkopen doen bij de supermarkt blijkt dat je daar ook slippers kan kopen. 4 euro!
Het zijn slippers met een plaatje van een aantal metrolijnen in Tokyo. Ik ben er geweldig blij mee, een leuk souvenir voor thuis.
In Chiang Mai zijn de slippers in de Big C in de aanbieding. Ze kosten daar omgerekend 1 euro.

zaterdag, februari 03, 2018

Bali Revisited


Heerlijk vertoeven in dit hotel aan zee in Sanur op Bali. Rustig en vriendelijk. Een fiets/ wandelpad langs zee met lekkere restaurants. Een stuk of wat zwembaden. We zijn vaker op Bali geweest, maar het blijft heerlijk.
Ons hotel is voor 30% bezet. Veel Nederlandse ouderen. Normaal is dat 60% in januari als het regent. Veel andere hotels zijn nog veel leger. Op het strand zijn een aantal restaurants lekker vol met livemuziek maar een flink aantal heeft geen enkele klant.
Veel toeristen durven niet te komen door de vulkaan die mogelijk tot uitbarsting komt, wordt gezegd. Het toerisme is inderdaad iets teruggelopen, met 6% in vergelijking met januari 2017.
Iedereen heeft er onder te lijden. Veel is er niet te doen voor de winkeliers. De taxichauffeur die ons van het vliegveld komt halen moet soms een hele dag wachten op een ritje van 10 euro.

Maar er is meer aan de hand.
In december 2012 maakten we een fietstocht over Bali. Toen schreef ik:
"In alle hotels de laatste week zijn we bijna de enige gasten. Met kerst zitten ze ook niet vol zeggen ze. Alleen in juli en augustus is het druk. Toch worden de hotels het hele jaar opengehouden. Een paar dagen geleden zaten we als enige gasten in een hotel dat 30 mensen in dienst heeft. We werden bediend in het restaurant door drie mensen en in de keuken staan er ook nog drie."
Na de aanslagen in 2002 en 2005 is het toerisme jaar in jaar uit gegroeid. Maar nog veel sterker zijn de faciliteiten voor toeristen gegroeid. Het aantal 3 sterren hotels is in een aantal jaren verviervoudigd. In 2015 rekende een organisatie voor dat er op Bali een gemiddelde bezettingsgraad van 15% is! Prijzen voor de goedkopere hotels zijn al jaren aan het dalen. Men rekent op een groei van het toerisme van 25% per jaar. We moeten toch meer gasten kunnen krijgen dan Bangkok, want we hebben meer te bieden, zegt een bureau voor toerisme. Overspannen verwachtingen alom. En dan valt een lichte daling opeens erg tegen.
Hoe dit moet aflopen weten we niet. Wel dat die vulkaan niet het enige is waardoor het toerisme terugloopt. Er heerst corruptie, plastic afval spoelt met duizenden kilo's aan aan de oostkust. Bali is nog steeds een vrije enclave in een rigide moslimland. Maar voor hoelang nog?