woensdag, juli 18, 2018

Laatste dagen British Colombia

 Uit de luidsprekers horen we: "Here is the captain speeking. This morning we saw some whales. Maybe you can see them on your way to the mainland". Er zijn dus killer whales of orka's in de buurt. Mensen turen een uur over de vlakke oceaan, niks te zien.
En wij denken het is weer zover. Dit is welgeteld de elfde keer dat wij in deze buurt een ferry nemen. De helft van de keren hebben we gehoord dat vlak ervoor of de dag ervoor killer whales te zien waren. Nooit iets gezien.
We zijn op weg terug naar huis. Via het vaste land. Niet zo ver rijden. Wel drie Ferries.
Deze hoek van Canada bevalt weer goed. Aardige, open mensen, lekker laag tempo in alles. Erg op de natuur gericht. Iedereen heeft een boot en een flink stuk grond. Problemen lijken ze hier weinig te hebben. Geen vluchtelingen. Geen Trump.  Stil is het hier, en schoon. De natuur is hier nog puur, nog niet veranderd in een landschapspark.
Eenzaam hier? Ach zegt een huizenbezitter tegen ons: "het is maar 20 minuten per seaplane naar Vancouver."
Er verandert wel wat. Overal worden hier nogal grote huizen gebouwd, die allemaal uitzicht op zee moeten hebben. Vervolgens worden die huizen verhuurd aan Canadese toeristen. Niet alles in British Colombia is koek en ei. Er is ook hier sprake van een enorme sterfte door overdosis aan Fentanyl, zoals in de rest van Canada en in de USA.  Op 5 miljoen inwoners stierven er in 2017 meer dan1700 aan een overdosis van de pijnstiller Fentanyl. De meeste bewoners kennen inmiddels iemand die er aan overleden is.
Als je op de kaart kijkt zie je dat het grootste deel hier onbewoond is. De natuur kan wel wat hebben.
\Gisteren een poging gedaan om in zee te zwemmen. Behoorlijk koud. Alleen maar even ondergedompeld. Vandaag in een meer gezwommen en dat was een stuk warmer. Zelfs beter dan het Nieuwe Meer. Leonie weer in haar element. Hier en daar komt een kano voorbijvaren, het water is helder. Je kan zo de bodem meters diep zien.
In een veel de vele baaitjes is een winkel met restaurant. Het restaurant is op dinsdag gesloten. Dat weet ook iemand met een Foodtruck die Taco's verkoopt. Overal is het hier heel rustig, maar bij de Truck staat een enorme rij. De mond op mondreclame gaat snel. We hebben nog nooit zulke lekkere Taco's gegeten. We gaan zelfs een tweede keer in de rij staan voor nog een paar.

Nog een Ferry en we zijn in Vancouver en vliegen we naar een Nederland waar de temperatuur hetzelfde is als hier de laatste weken.




dinsdag, juli 17, 2018

Vancouver Island MusicFest


"Your from the valley?" Dit muziekfestival is een sociaal gebeuren. 10000 mensen komen elk jaar naar dit grootste feest van Vancouver Island niet zozeer voor de muziek maar voor de sociale contacten.
Buitenstaanders komen hier eigenlijk niet. Mogelijk een enkeling uit Vancouver. Maar verder niet. Makkelijke mensen, je raakt zo met iedereen aan de praat. Men gaat er vanuit dat we in "de valley" wonen, dat is het gebied rond Comox/ Courtenay waar het festival wordt gehouden. Als we dan vertellen dat we uit Nederland komen, vragen ze wanneer we hier zijn komen wonen. Veel mensen hebben trouwens wel een familielid uit Nederland.
Emigranten uit Nederland zijn hier in de jaren 50 komen wonen. Kinderen van Nederlandse emigranten spreken meestal geen Nederlands meer,  bij de kleinkinderen is de Nederlandse cultuur helemaal verdwenen.
Een dikkige mevrouw met tatoeages, legt aan Leonie uit dat ze zo tevreden is met haar schoonzoon uit Nederland. Haar dochter had hem via Internet ontmoet en nu woont hij met haar hier. Ze zegt dat ze best ook zo'n leuke betrouwbare man uit Nederland wil hebben.
Werd op het Kate Wolf festival de naam Trump helemaal niet genoemd. Hier beginnen alle artiesten uit de VS erover. Fuck Trump. Glad to be in Canada.
Canadezen zijn zeer tevreden om in Canada te wonen. Hebben wel medelijden met die linksige Amerikanen.
Het is dus gezellig en heel lokaal georiënteerd. Vaak weten mensen helemaal niet waar ze naar gaan luisteren. Wij worden dan ook als muziekkenners beschouwd. Leonie kan zomaar liedjes meezingen van zangeressen waar zij nog nooit van gehoord hebben. Soms bijt het elkaar wel de muziek en de gezelligheid. Grethen Peters zingt voor de tweede keer dit weekend "Five minutes", een nummer uit mijn top tien. Terwijl Grethen een minuut bezig is staan 2 vrouwen voor me op en overleggen uitgebreid over wat ze zullen gaan eten. Ik heb het dan even moeilijk.
Op zo'n festival is het drie dagen zitten, wandelen, luisteren, eten en bier drinken. Om toch nog wat aan onze beweging te komen, fietsen we van de B&B naar het festival. De dag begint daarmee heerlijk, fris de berg afscheuren  en nog een stukje plat. 's Avonds is het toch wat lastiger. We blijken boven op de Cauberg te wonen. Een flink stuk lopen in het donker. Ook nog een paar keer afkoeling gezocht in de rivier die ook hier langs het festivalterrein loopt. Een adelaar zat in een boom naast de rivier.
De muziek die werd gemaakt, beviel ons wel. Vooral dag 2. Veel mooie samenzang zoals bij de jongens van Darlingside. Na hun optreden meteen een kaartje voor Paradiso geboekt. Prachtige gitaristen. Rob Ickes en Trey Hensley. En vooral Don Ross. Kleine ventje, kleine gitaar. Onnavolgbaar.
Passenger gaf in z'n eentje een heerlijk concert waarbij hij het publiek heel goed wist te bespelen. Leuke jongen. Van de oudjes had Arlo Gurthrie het meest succes. Blijft een leuke man. Hij had zijn dochter Sarah Lee en een zoon mee. Heel enthousiast publiek. Toen Sarah Lee heel ingehouden een nummer over haar moeder zong, begon mijn buurman spontaan te huilen. De tranen liepen over zijn wangen, en dat bij motorrijder van 140 kilo die zijn hele familie in enorme portretten op zijn armen en benen had laten tatoeëren. Ry Cooder speelde wat gezapig. Ouderwetse muziek zegt Leonie. Three woman and the truth (Grethen Peters, Eliza Gilkyson en Mary Gauthier) waren zowel individueel als als groep te horen. Gelachen om de afkorting van hun groep: TWAT. Hetgeen domoor of nog erger kut betekent. Grethen was in vorm. Prachtig, ze wordt helaas wel steeds dikker. Eliza 4 keer zien optreden. Zij heeft veel succes bij dit festival. 4 keer is maar goed ook want ze gaf na afloop aan niet naar Europa te willen vliegen omdat ze daar veel te veel last van krijgt. Oren?
Het ziet er dus  niet naar uit dat ze binnenkort nog naar Nederland komt, ondanks dat ze daar haar trouwste fans heeft zitten.
Dat ik haar zo graag wil horen, is voorbestemd. We zijn namelijk op dezelfde dag geboren. Zij is een paar uur ouder.

zaterdag, juli 14, 2018

Vancouver Island: zeehonden en elanden

 De paar wegen die er zijn op Vancouver Island zijn heel druk. Buiten de wegen is het stil en verlaten. Het eiland is 500 km lang en 100 breed. Er wonen driekwart miljoen mensen. De helft in Victoria in het zuiden. We hebben een paar dagen een huisje aan een binnenzee in Sooke. De mevrouw van de Bed en Breakfast heeft het bungalowtje net laten opknappen. Overgenomen van een echtpaar dat er 25 jaar in de vakanties had gewoond. Ze glimlacht voortdurend, maar of ze veel zin in gasten heeft betwijfelen we. Later blijkt dat ze de B&B net te koop heeft gezet. Naar het huisje loopt een steile trap van 50 treden.





Nog nooit zo'n plek meegemaakt zeggen we tegen elkaar. Als het huisje in Europa stond, zou ik er meteen een bod op doen. Alles is perfect geregeld in het huisje. Je kan er zo een tijd in wonen. Open haard, TV, knusse huiskamer, slaapkamer met uitzicht op zee. Alle snufjes zijn aanwezig, er is zelfs een centrale stofzuiger installatie.



In de prachtige baai is het een keer per dag eb. Driekwart van de tijd is het hoog water. Bij eb loopt de baai voor een groot deel leeg. En wordt van hel blauw, groen door de waterplanten die droog komen.
's Avonds zien we vanuit de Jacusi zeehonden zwemmen en op de stijger klimmen. Een paar jongen worden nog door de moeders gevoed. Honderden ganzen zwemmen voorbij. Soms met wel 50 in een rechte streep achter elkaar.
's Morgens staan we vroeg op om naar het sporten op TV te kijken. Het is hier 9 uur eerder. Voetbal en de tour zijn te zien. Wimbledon zit op betaal TV en kijken we via VPN op de computer.
Buiten lopen niet de beren die er vaak schijnen te zijn. Wel zit er een eland in het gras voor het huisje. 

zondag, juli 08, 2018

De bruggen van Portland


Een paar dagen in Portland. Voor mij zijn er twee redenen om naar Portland te gaan.  Er zijn In Portland meer brouwerijen dan in welke stad in de wereld. En het wordt wel de meest fietsvriendelijke stad van de VS genoemd. Op het vliegveld is bijvoorbeeld een werkplaats met gereedschap om je fiets in elkaar te zetten als je die mee hebt genomen met het vliegtuig.
Erg aantrekkelijk vinden we stad zelf niet. Het ziet er allemaal nogal industrieel uit. Rechte straten en veel verbouwde fabrieken. Een paar aardige gebouwen, zoals Union Station en dan hebt je het wel gezien.
En inderdaad je komt overal brouwerijen tegen. Soms met een geweldig groot cafe/ restaurant waar wel 500 mensen kunnen zitten. Lekker bier dat in pint glazen of zelfs halve liters wordt geschonken. En ook nog lekker eten. In de dagen tussen de 4 juli en het weekend zitten ze stampvol.
We hebben een paar dagen fietsen gehuurd om wat rond te rijden. Dan merken we pas de charme van de stad. Langs de rivier lopen fiets/ voetpaden die veel gebruikt worden. Veel variatie in fietsen. Racefietsen, elektrische fietsen, vaders met een bakfiets, kinderen op de fiets en een enkele ligfiets.
De bruggen over de rivier zijn prachtig en heel hoog, Minstens 25 meter. Een schitterende hefbrug, een heel moderne, een paar dubbele bruggen voor het autoverkeer. Bijna elke brug heeft fietspaden. Er is zelfs een brug alleen voor de Tram, voor voetgangers en fietsers.
In een stad als Portland zijn weinig buitenlandse toeristen. Wat verbaasd worden we gevraagd wat we hier doen. Familiebezoek? Voor werk hier? Vrienden bezoeken? Er moet een reden zijn om hier te komen. De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Hier werken niet veel Mexicanen in de hotels en de horeca.
Veel vrouwen hebben enorme gekleurde tatoeages. Hele armen zijn met een grote afbeelding bewerkt. Dat is effe wat anders als hier en daar een lieveheersbeestje. Er is een heel grote, goedlopende Farmersmarket.  Honderden stalletjes met kunst, eigen gemaakte  kleding, houtbewerking en eten. Veel alternatieve types. Heel druk en succesvol.
Ons blijft het daklozen probleem verbazen. In de binnenstad en het park langs de rivier zien we honderden zwervers. Mensen liggen tussen het winkelende publiek op straat. Heel veel verslaafden en mensen die ernstig in de war zijn. Vrouwen en meisjes liggen zo maar tegen een muur of in een portiek. Een jongen speelt op een heel valse gitaar voor de ingang van een brouwerij. Hij heeft een bord bij zich waarop staat dat hij 49 dollar nodig heeft om zijn medicijnen voor de komende 2 weken te betalen.
Men is wel begaan met de zwervers, maar het lukt niet het probleem op te lossen. 13 jaar geleden is er hier een plan opgesteld om alle zwervers van de straat te halen. Dat is nog steeds helemaal niet gelukt. Toch wordt er een paar honderd miljoen dollar per jaar aan het daklozenprobleem besteed.

dinsdag, juli 03, 2018

Kate Wolf 2018 vervolg

We gaan naar dit Festival vanwege de sfeer, de Vibe zogezegd. Ouwe hippies onder elkaar. Iedereen is vriendelijk en graag bereid om een praatje te maken. Heel kalm en relaxt.
De zaterdag was het snoeiheet, bijna 40 graden.  Ze zijn het wel gewend die festivalgangers. Niemand gezien die problemen had met de hitte. Wel afgekoeld in het riviertje dat langs het terrein loopt. "Clothes optional". Ik laat maar even in het midden wie daar gehoor aan heeft gegeven. In ieder geval is het een heel gezellig gedobber van talloze kinderen en festivalgangers. Knus.

Een dikkege, grijze dame voor ons steekt een pijpje op. Geeft het door aan haar vriendin. Roken is verboden, hash roken kennelijk niet.

We zitten in de middag een uurtje bij het grote podium waar wat oudere artiesten optreden. We zien een zee van grijze achterhoofden voor ons. Ik tel 7 gehoorapparaten. 50 jaar naar muziekfestivals gaan, vergt haar tol! Op het toneel staat Tom Paxton die vertelt over  muziek die hij schreef in Greenwich Village. In 1963. Hij wordt aangekondigd door een 80+ clown en vergezeld door bijna even oude kompanen. Hij is nog verdomd goed bij stem.
Ik denk dat over 10 jaar dit festival niet meer bestaat. Ze zullen toch een heel nieuw publiek en artiesten moeten aanboren.
Op een gegeven moment terwijl we rustig om ons heen zitten te kijken zegt Leonie: "Ze schamen zich ook nergens voor". Ik knik en beaam het. Ik zie een drietal mooie, voor driekwart ontblote vrouwen voorbij komen. Pas een paar minuten later realiseer ik me dat ze doelde op een paar dikkige vrouwen die er uit zien als voddebalen. Ze hebben willekeurige kleding uit de kast gehaald en die over elkaar aangetrokken. Willekeurig is niet het goede woord. Ik bedoel zoek een paar lelijke kledingstukken die helemaal niet bij elkaar passen. Een trainingsbroek met olifanten, een paarse bloes en een gifgroene jurk zoiets.
Maar iedereen word hier geaccepteerd zoals hij of zij is. Wil je met 40 kilo overgewicht en vol met tatoeages in bikini rondlopen, niemand kijkt ervan op. Soms raken we in verwarring. Een soort LHBT discussie in de dop. Ik zie twee lange, slanke homo's met een collegekapsel. Oh die heb ik niet veel gezien hier denk ik, maar dan besef ik dat het twee vriendinnen zijn.
We zijn buitenlanders en hebben dus een streepje voor. In de ochtend zetten we onze opknapstoeltjes neer in het invaliden vak. Ik wijs op de knieën van Leonie. Pure ziektewinst. We zien om ons heen wat kreupelen en mensen die slecht ter been zijn, maar ook mensen die er toch heel fris en sportief uitzien. Ik zeg nog tegen Leonie zou je hier ook mogen zitten als je depressief bent?  Is dat ook een handicap? Aan de mevrouw verderop twijfel ik niet, ze zit immers in een rolstoel. Tot ze monter opspringt en met drie tassen voor een wandelingetje vertrekt.
Bij de kleine podia is het strikt verboden om een plek bezet te houden. Toch laten we een doek achter op een hooibaal. "Hay bale seating." Als we na een uurtje terugkomen hebben de buren om ons heen de plek bewaakt voor de Dutch people. Ze waren in de veronderstelling dat we in Californië waren komen wonen. Immigranten zogezegd. En die zijn hier van harte welkom.

Het Kate Wolf Festival 2018

"Maybe Elvis will save us".
Als je weet hoe alles werkt op zo'n festival is het een stuk relaxter. Er is weinig veranderd. Hetzelfde lekkere bier en eten. Hetzelfde publiek. Bij de muziek dit  keer geen absolute favorieten. Makkelijk, dan hoef je ook niet een uur van te voren in de zon vooraan zitten wachten. We worden zoals te verwachten wel weer verrast.
Pas na een paar dagen merken we een groot verschil met vorige jaar: Er wordt niet over politiek gesproken. Schold iedereen vorige jaar nog op die gek Trump. Dit jaar hebben we het woord Trump niet gehoord. Iemand vatte het samen met: "just listen to music, put off the news".
De eerste dag speelt Eilen Jewell met band op het grote podium. Ze speelt vooral nummers die het goed doen op zo'n festival. Ons kan het maar matig boeien. Maar dan zingt ze "Santa Fe" een juweeltje. Het maakt de tocht naar het festival de moeite waard.


Op de vrijdagavond spelen de the Coffis Brothers & the Mountain Men samen met John Graigie nummers van Tom Petty. Mooi is te zien dat jong en oud het allemaal mooi vinden en waar dat kan meezingt. De broers hebben zo'n beetje dezelfde afgeknepen stem als Tom Petty. De ster is echter de hele jonge gitarist die ze mee hebben, Kyle Poppen. Kan zo glashelder spelen als Petty. Na elke gitaarsolo is er gejoel en applaus.

De muziek is heel afwisselend zoals Leonie zegt. Veel nummers van Kate Wolf gehoord. Niet alles valt in de smaak. Op het hoofdpodium stond zaterdag op een gegeven moment David Bromberg. Bij het tweede nummer zegt Leonie "net Andre Hazes". Ze bedoelt het irritante vibrato waarmee hij zingt. 

Zondag was een zware dag. 12 uur muziek. Heen en weer lopen.
John Craigie hebben we weer zien optreden. Een verrassing. Heel grappig en een performer met persoonlijkheid. Weet de toeschouwers zeer goed te bespelen. Hij trekt veel publiek. Een zeer aangename mooie stem.
Op zondag werd hij begeleid door the Rainbow girls. Drie meisjes. "There was no fucking woman in my favourite band". John heeft in het voorprogramma van Robert Johnson gestaan. Voor 20000 mensen. Hij zegt dat hij daar normaal hij 9 jaar over doet om zo'n publiek te krijgen. Hij vertelt dat opening voor anderen alleen in de muziek voorkomt. Niet in literatuur bijvoorbeeld. Het komt niet voor dat je als je een boek van Steinbeck wil lezen dat je dat pas mag als je eerst het korte verhaal van John Craigie leest. Een live CD van hem heet dan ook Opening for Steinbeck.

Rita Hosking. We hebben ooit een CD van haar gekregen. Leonie beviel die muziek helemaal niet. Toen ze in Nederland optrad, zijn we daarom nooit wezen kijken. Begrijpen dat nu niet meer. Boeiend. Smaakvolle begeleiders. Ze weet goed te vertellen. Het is maar een klein groepje toehoorders. Ze deelt stickers uit. Een heeft de tekst "Maybe Elvis will save us".
Dat klopt met wat er op zo'n festival gebeurt.
Op een vraag uit het publiek vertelt ze over haar oudste dochter. Die is een van de winnaars van het Kerville Folk Festival dit jaar. Samen trouwens met onze Ben Bedford.

Joan Osborne kan ons niet erg boeien. Keb Mo is een leuke vent. Gewoon zitten op een stoel en muziek maken.
Het festival werd zondag afgesloten door de Indigo Girls. De Girls zijn al wat op leeftijd maar trekken nog steeds een groot publiek. De donkere is goed bij stem, maar de blonde zingt heel erg vals. Niet een keertje, nee bij elk nummer. Ik krijg en rillingen langs mijn ruggengraat van. We kijken om ons heen, maar niemand reageert zoals wij. Op platen zong ze nooit zo. Het is ons een raadsel waarom dit geaccepteerd wordt. Gitaar speelt ze wel erg goed.

donderdag, juni 28, 2018

The Sea Ranch


Op het saaie af. Vanochtend gewandeld in het natuurgebied waar we op uitkijken vanaf ons balkon. Vandaar over een openbaar pad (daarover later meer) over de kliffen langs de zee door The Sea Ranch. Een nogal merkwaardige verzameling villa's. De Sea Ranch is een strook van 15 kilometer langs de kust met ongeveer 1500 huizen. Om er een huis te mogen bouwen moet die voldoen aan een heel boekwerk van eisen. Er mag alleen gebouwd worden met hout en steen. Het redwood hout mag niet geschilderd worden en vergrijst met de jaren. Verder zijn o.a. overhangende daken en erkers niet toegestaan. Geen hekken om de tuin en uitheemse planten mogen ook niet.  Er is geen straatverlichting en geen enkele winkel. Auto's moeten in de garage staan. Oorspronkelijk in de jaren 60 werden de huizen zo gepland dat ze geheel in het landschap opgingen.
Sommige huizen liggen schitterend en hebben een onovertroffen uitzicht op zee en de rotsen. Vanuit je huiskamer kan je zo de walvissen voorbij zien komen. Helaas hebben ze op andere plekken tussen de bestaande huizen er nog wat huizen tussen gepropt. Alles is grijs aan de huizen, heel typisch.
Nieuwe huizen herken je direct, want die hebben nog hun bruine houtkleur.
De huizen zijn vakantiewoningen, voor onze begrippen nogal groot (300 m2), en peperduur. Prijzen boven de 2 miljoen zijn geen uitzondering. En dat voor huizen waar je geen tuin hebt, maar een klein balkon met een schutting ervoor. Kinderen zie je er niet. Gelukkig maar er is voor hen niets te doen.
De huizen voldoen aan Amerikaanse ecologische inzichten van 50 jaar geleden. Die blijken niet te zijn meegegaan met de tijd. Geen beplanting op het dak en zoiets als een zonnecollector is ook verboden.


Oorspronkelijk was de opzet om er een park van te maken dat alleen door de bewoners gebruikt kon worden. Dat zou hebben betekend dat 16 kilometer kust niet meer voor het publiek toegankelijk zou worden. Daar kwam een heftig protest tegen. Na dit protest is de wet in Californië aangepast, zodat de hele kust toegankelijk blijft. En uiteindelijk mensen zoals wij er prachtig kunnen wandelen.


woensdag, juni 27, 2018

De kust in Noord Californië


Highway 1 langs de kust tussen Los Angeles en San Francisco is een van de roadtrips die tot de verbeelding spreekt. Highway 1 loopt ook door van San Francisco naar het noorden. Na 50 kilometer is het een kronkelend landelijk weggetje. Weinig buitenlandse toeristen zie je. Het is vooral voor de Amerikanen zelf een gebied om op vakantie te gaan. En toerisme is  de hoofdbron van inkomsten hier.

We hebben ooit een stukje van Highway 1 gefietst. Nu zijn we met onze medium size SUV aangeland in Gualala (spreek uit walala). We hebben drie dagen een lekker oubollige kamer met uitzicht op zee. Zelfs met open haard. Als je op het goede moment hier bent in maart en april kan je hier de walvissen voorbij zien zwemmen vanaf je balkon. De meeste mensen blijven hier een of hooguit twee nachten in een hotel. De dame achter de balie van het hotel zei "three nights! Wauw".

Vandaag de kust bekeken. Dat gaat hier zo maar niet. Je rijdt in de auto over een weg hoog boven de klif of door een mooi bos. Af en toe zie je een glimp van de mooie kust. Je kan alleen naar zee als er een public access weg is. En die zijn er niet al te veel. Zo komen we bij een parkeerterreintje en dan is het nog dik een kilometer lopen door de  zandduinen naar het strand. Het blijkt bij aankomst een heel mooi ruig strand.  Bij terugkomst bij de auto vraagt een mevrouw hoe ver het is naar het strand. Als ik zeg "3/4 of a mile", stapt ze gauw weer in en rijdt weg.



We hebben de hele ochtend een deja vu gevoel. Toch zijn we hier nog nooit geweest. Bij de witte vuurtoren van Point Arena komen we erachter. Het lijkt hier op de kust van Australië. Daar zijn we ook bij een witte vuurtoren op een klif geweest met drie woningen voor vuurtorenwachters. En daar waren we ook op het verkeerde moment. Daar was het walvisseizoen net geweest.

Shawn Colvin in the Freight & Salvage coffeehouse



Als opwarmertje voor de festivals gaan we naar Shawn Colvin in the Freight & Salvage coffeehouse. Dat is in Berkeley aan de andere kant van de Bay bij San Francisco. The Freight is een voor ons bekende naam, bijna iedereen waar wij fan van zijn heeft er wel eens opgetreden. Het is helemaal geen coffeehouse. Het is een gewoon muziektheater met goed geluid, special voor singer songwriter en americana muziek. 50 jaar geleden is het begonnen als coffeehouse, gedreven door vrijwilligers.
Shawn Colvin is begonnen als achtergrond zangeres. Zo zingt ze op de eerste plaat van John Gorka en op de platen van Susanna Vega. Ze heeft ooit een wereldhit gehad met "Sonny came home". Een heel vrolijk klinkend nummer. Als je naar de tekst luistert dan blijkt het nummer niet al te vrolijk. Sonny steekt haar huis in de fik, ze verbrand letterlijk alles achter zich. Mogelijk ook haar man.
Steve Earl met wie ze vaak is opgetreden, noemt het nummer "the ultimate break-up song: a murder balled".
Helaas is er een voorprogramma. Een nogal schreeuwerige mevrouw met een clownsjasje aan, die vooral liedjes over vrouwvrouw relaties zong. Leonie begon al na 1 minuut bozig op haar stoel te schuiven. De vrouwen voor en achter ons vinden het wel leuk.


De eerste keer dat we Shawn zagen was tijdens een huisconcert in Austin. Ze was toen behoorlijk dronken. Ze is dit keer heel relaxt. Het is een soort thuiswedstrijd lijkt het. Wat opvalt is hoe goed haar gitaarspel is. De zaal is muisstil en er worden geen foto's gemaakt. Ze start met "American Tune" van Paul Simon.
De interactie tussen artiest en publiek is totaal anders dan in Nederland. Hier kunnen ze ingewikkelde verhalen vertellen en inside grappen maken die begrepen worden. Shawn vertelt over een lied dat ze geschreven heeft en dat twee akkoorden bevat die ook in veel andere nummers voorkomen en vervolgens  zingt ze enkele regels uit een stuk of tien nummers. De zaal doet snel mee. Het gaat ons allemaal een beetje te snel. Als ik een nummer herkent heb, zijn we al weer 2 nummers verder.
Ze vertelt dat ze ooit in Berkeley heeft gewoond in een zolderkamertje en dat ze dan s avonds op het dak klom met een sixpack Coors.
Al met al was het een mooi optreden in een leuke zaal. En een geweldige ervaring.

maandag, juni 25, 2018

Rijen


Overal zie je rijen. Amerikanen vinden het heerlijk om in de rij te staan. Vanochtend 20 minuten in de rij gestaan om uit te kunnen checken uit het Hilton. Er zijn twee rijen. Eentje voor leden van de Hiltonclub en eentje voor gewone mensen. De eerste rij wordt drie keer zo snel geholpen.
Daarna in de rij bij het autoverhuurkantoor. De student uit China achter ons heeft een probleem. Om een auto te huren heb je een rijbewijs en een creditcard nodig. Maar dat moet wel dezelfde persoon zijn. Nu heeft hij een creditcard en zijn vader een rijbewijs. Hij heeft geen rijbewijs en zijn vader geen creditcard. Daar moet dus een speciale regeling voor getroffen worden.
Om bij het draaipunt van de Cablecar in San Francisco mee te kunnen staat een rij van 150 meter. Iets verderop is de rij nog langer bij het IJsmuseum.
Uit eten geweest met nicht Eveline en man Dion. Eveline is jarig en we eten in hun lievelings eethuis. In Santana Row. Een heerlijke nepstraat  geheel gemodelleerd naar een Franse boulevard. Terrasjes, palmbomen, dure winkels, eethuizen. Santana Row ligt middenin silicon valley. Het is zaterdagavond, heel druk en een deel van de straat is zomaar wandelgebied. Op het deel waar je nog mag rijden, zie je vooral Ferrari's, open auto's en andere dure auto's heel langzaam voorbijkomen.
Voor het restaurant waar we naar toegaan kan je niet reserveren. Dion belt wel van te voren om ons op de waiting list te zetten. Bij aankomst zijn we daar net van geschrapt. Dion krijgt zo'n elektronisch ding mee dat gaat knipperen als we aan de buurt zijn. Buiten staat een hele meute te wachten.
Al met al moeten we een uurtje wachten voordat we mogen eten. Andere restaurants doen ook niet aan zoiets Europees als tafels reserveren. Als we na het toch wel lekkere eten naar de auto lopen, staat erbij de ijskraam een rij van 50 meter.

zaterdag, juni 23, 2018

140 meter

 We zijn gevlogen naar San Francisco. De negen uur tijdsverschil laat zich wel voelen. De eerste dag is echt lang. 24 uur na vertrek zitten we in een cafe een biertje te drinken en vallen alle twee bijna in slaap en besluiten toch maar een volgend craftbier te laten staan. Vreemd genoeg is het pas 5 uur in de middag.

We slapen in het Hilton Union Square. Het grootste hotel aan de westkust met richting de 2000 kamers. Niet aan Union Square, maar wel in de buurt. Door vroeg te boeken kunnen we hier voor een redelijke (let wel redelijk in Amerika) prijs terecht. Met een "slight upgrade" zitten we op de 42 verdieping en dat is zo'n 140 meter hoog. We zien de helft van de stad en the Bridge in de verte. Mooi!


Dit Hilton is ooit gestart in de jaren zestig als een hotel in motelvorm. Tot de zevende verdieping kon je je auto naast je hotelkamer parkeren! Daarna zijn er nog wat gebouwen aan toegevoegd. Waaronder de toren van 150 meter waar wij nu in zitten. Het schijnt een voorbeeld te zijn van "Brutalism" een bouwstijl waarbij heel weinig aandacht aan het uiterlijk wordt besteed. Als je erin zit merk je er natuurlijk niks van dat je in een soort Maupoleum bent terecht gekomen.
Wat betreft "Vibe" lijkt San Francisco wel een beetje op Amsterdam. Relaxt, veel toeristen, een trammetje, veel culturen door elkaar, veel homo's. 
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Het grote aantal zwervers, bedelaars en psychiatrische patienten die op straat leven, went nooit. Het blijft treurig dat een samenleving accepteert dat er zoveel mensen uit de boot vallen. Een psychoot zit totaal vervuild op straat als uit de parkeergarage die 16 dollar per uur kost een paar Ferrari's komen. De tegenstelling tussen arm en rijk is hier soms obsceen.




Op herhaling naar de USA

We gaan dit jaar weer naar de USA. Het Kate Wolf Festival is ons goed bevallen. Dit jaar combineren we het met een festival in Canada. We vliegen heen naar San Francisco en een maand later terug vanaf Vancouver.

vrijdag, februari 16, 2018

Ho Chi Minh City

We zien de rij bij de douane en Leonie zegt "dit is de laatste keer naar Vietnam". Eli kijkt om zich heen en zegt "I want to go home".
We zijn een paar dagen naar Ho Chi Minh City (HCMC) het aloude Saigon.
Met z'n allen in een apartment. Merritt die net haar baan heeft opgezegd en de kinderen hebben een visum nodig. En die moet je aanvragen in het buitenland. Krankzinnige regel, maar ja dit is Thailand. Ze kunnen bij Jago op zijn visum maar dan moeten ze eerst weer een eigen visum hebben. 
En Vietnam heeft weer z'n eigen rare regels.
Jago is totaal niet geimponeerd door de rijen. Hij heeft het wel veel erger meegemaakt. Bij hem hoeven we niet met klachten aan te komen. Ook dat het vliegtuig een uur vertraging heeft, doet hem niks.
Heerlijke stad HCMC. In vergelijking met Bangkok is de stad een stuk schoner en alles is veel beter geregeld. Vriendelijke niet kruiperige mensen.
Al na 1 dag vind iedereen de stad dat gedoe om er te komen wel de moeite waard.
Het blijft raadselachtig wat er nog communistisch is. Voor een prachtig gerestaureerd gebouw, een tempel van de commercie met Gucci, een verdieping met parfums, staan vanwege het nieuwe jaar leuke draken en bloemen op de stoep. Er worden driftig selfies en foto's genomen door de Vietnamezen. Binnen zijn alleen wat westerse toeristen en 5 keer zoveel personeel. Verder geen Vietnamees te bekennen. Het lijken twee gescheiden werelden, waarbij de een de ander financieert.
Weinig bedelaars, weinig street-food, Veel stoepen waar je gewoon op kan lopen. Heel veel min of meer officeele baantjes. 
Op 10 brommers wordt gepast door een bewaker die een bijna echt uniform aanheeft. En aangezien er meer dan een miljoen brommers zijn in HCMC is er dus  aardig wat werkgelegenheid gecreëerd.
De eerste avond laat Pho Bo gegeten in een eethuis. "He Bert", zegt iemand, "er loopt een kakkerlak over je voeten". De lekkere soep (een euro) smaakte er niet minder om. Even later werd de kakkerlak door een poesje achternagezeten.
De tropen beginnen te wennen na een paar maanden.

donderdag, februari 08, 2018

De waarde der dingen


In Azie kan je spullen krijgen voor prijzen die je als rijke westerling niet kan begrijpen. Een broek voor 3 euro? Een T-shirt voor 1 euro. Het is allemaal te krijgen.
We hebben een paar teenslippers nodig op Bali. Reuze handig in de regen en op het hete strand. Nu kan je die bijna in elke winkel in Sanur krijgen. In elke maat en kleur die je wilt. Maar dat gaat zo maar niet. Om ze aan te schaffen moet je een vermoeiend proces in van loven en bieden. Om dat goed te kunnen doen moet je van te voren weten wat een redelijke prijs is.
En wat is een redelijk prijs voor een paar teenslippers?
De man in de eerste winkel pakt zijn rekenmachine en tikt een bedrag van 14 euro in terwijl hij zegt, Special prize for you. Het gewone bieden begint met een derde of een kwart terug bieden. Daarna moet je een verhoging accepteren en kom je ergens op de helft uit. Ik kan toch moeilijk met 1 euro beginnen te bieden.
Als we wat inkopen doen bij de supermarkt blijkt dat je daar ook slippers kan kopen. 4 euro!
Het zijn slippers met een plaatje van een aantal metrolijnen in Tokyo. Ik ben er geweldig blij mee, een leuk souvenir voor thuis.
In Chiang Mai zijn de slippers in de Big C in de aanbieding. Ze kosten daar omgerekend 1 euro.

zaterdag, februari 03, 2018

Bali Revisited


Heerlijk vertoeven in dit hotel aan zee in Sanur op Bali. Rustig en vriendelijk. Een fiets/ wandelpad langs zee met lekkere restaurants. Een stuk of wat zwembaden. We zijn vaker op Bali geweest, maar het blijft heerlijk.
Ons hotel is voor 30% bezet. Veel Nederlandse ouderen. Normaal is dat 60% in januari als het regent. Veel andere hotels zijn nog veel leger. Op het strand zijn een aantal restaurants lekker vol met livemuziek maar een flink aantal heeft geen enkele klant.
Veel toeristen durven niet te komen door de vulkaan die mogelijk tot uitbarsting komt, wordt gezegd. Het toerisme is inderdaad iets teruggelopen, met 6% in vergelijking met januari 2017.
Iedereen heeft er onder te lijden. Veel is er niet te doen voor de winkeliers. De taxichauffeur die ons van het vliegveld komt halen moet soms een hele dag wachten op een ritje van 10 euro.

Maar er is meer aan de hand.
In december 2012 maakten we een fietstocht over Bali. Toen schreef ik:
"In alle hotels de laatste week zijn we bijna de enige gasten. Met kerst zitten ze ook niet vol zeggen ze. Alleen in juli en augustus is het druk. Toch worden de hotels het hele jaar opengehouden. Een paar dagen geleden zaten we als enige gasten in een hotel dat 30 mensen in dienst heeft. We werden bediend in het restaurant door drie mensen en in de keuken staan er ook nog drie."
Na de aanslagen in 2002 en 2005 is het toerisme jaar in jaar uit gegroeid. Maar nog veel sterker zijn de faciliteiten voor toeristen gegroeid. Het aantal 3 sterren hotels is in een aantal jaren verviervoudigd. In 2015 rekende een organisatie voor dat er op Bali een gemiddelde bezettingsgraad van 15% is! Prijzen voor de goedkopere hotels zijn al jaren aan het dalen. Men rekent op een groei van het toerisme van 25% per jaar. We moeten toch meer gasten kunnen krijgen dan Bangkok, want we hebben meer te bieden, zegt een bureau voor toerisme. Overspannen verwachtingen alom. En dan valt een lichte daling opeens erg tegen.
Hoe dit moet aflopen weten we niet. Wel dat die vulkaan niet het enige is waardoor het toerisme terugloopt. Er heerst corruptie, plastic afval spoelt met duizenden kilo's aan aan de oostkust. Bali is nog steeds een vrije enclave in een rigide moslimland. Maar voor hoelang nog?

dinsdag, januari 30, 2018

Japan, we komen terug!

Japan beviel ons. Totaal anders en vreemd maar heel makkelijk te bereizen. We willen wel terug komen en misschien wat meer van het platteland en van de natuur zien. De paar keer dat we gefietst hebben, smaakte ook naar meer ondanks de kou. In een oud deel van Tokyo liepen we over een begraafplaats waar een prachtige rij bomen stond. Wat moet dat mooi zijn als die wit in bloei staan! Maar ja om dat te zien moet je dus terugkomen. De begraafplaats is heel erg gewild, een soort Zorgvlied van Tokyo. Na de kou en de wind gluhwein en linzensoep in een modern café.
Met Kumamoto, Kyoto en Tokyo na elkaar hadden we wel het gevoel 3 stedentrips achter elkaar gedaan te hebben. En wat doe we in een stad? Wij lopen. De laatste week heb ik meer dan 100000 stappen gedaan, ondanks een paar reisdagen.
We vlogen van Tokyo naar Bali met Air Asia in een driekwart leeg vliegtuig. Niet echt lonend voor een echte prijsvechter. We waren wat in de war met het tijdsverschil, maar uiteindelijk bleek de vlucht 9 uur in beslag te nemen. We hadden ons de luxe van een "fully flat seat" gepermitteerd. Voor onder de 100 dollar extra. Natuurlijk is zo'n stoel bij Air Asia niet plat, maar een gewone business stoel zonder de daarbij behorende faciliteiten. Een schermpje om een film te bekijken daar doen ze ook niet aan. De oudere Indonesische meneer die ook in "business class" zat, vroeg om 2 glazen champagne, maar kreeg tegen betaling van 13 euro twee blikjes bier zonder glas. Wij kregen de reeds ingeschonken koffie niet omdat ons geld op was en met een creditcard betalen niet kon.
In de wachthal voor vertrek paradeerde een stewardess van Air Asia met een groot bord dat het verboden was eigen drank of eten mee te nemen aan boord. We hebben toen de net aangeschafte flesjes wijn maar meteen opgedronken. Je begint dan wel ontspannen aan zo'n vlucht op half elf s' morgens. Gelukkig hadden we van te voren wat eten besteld, anders hadden we negen uur lang niks kunnen eten.
Lost in Translation weer gezien op onze computer, mooi als afsluiting van Japan. Tjonge wat spelen ze naturel. Veel is herkenbaar. Een gokhal, een begraafplaats, een straat met alleen karaoke cafe's, dronkenschap, 20 man in de lift en ik ben de langste.

vrijdag, januari 26, 2018

Met de kogeltrein


900! De kogeltrein van Kyoto naar Tokyo gaat een keer of 8 per uur. In elke trein kunnen zo'n 1500 mensen. Onze trein zit behoorlijk vol. De vertraging van een trein schijnt in secondes te worden weergegeven. Onze trein vertrekt stipt op tijd. Maar we belanden in een fikse sneeuwstorm en komen bij de eerste halte 900 seconden te laat aan. Voor de NS normaal maar voor de Japanse Spoorwegen een grote schande. De afstand van dik 500 km legt de trein normaal af in 2 uur en 20 minuten. Met drie stops.


Door de geweldige treinverbindingen reis je met 200 a 250 km door het land. Voor reizigers schuift het lang gerekte land als een harmonica in elkaar.
De stations zijn werelden op zich. Het station in Kyoto is een prachtig gebouw. Schitterende hoge hal. Heerlijk druk. De snelle treinen vertrekken 2 hoog, de gewone treinen een verdieping lager. Er is een warenhuis boven op een deel van het station. In het warenhuis zijn 9 roltrappen achter elkaar in elkaars verlengde. Op 9 en 10 hoog (in Japan 10 en11 hoog, B is de kelder) zijn 39 restaurants. In de kelder zijn er meer dan veertig. In totaal kan je in dit station bij zeker 150 restaurants terecht.
Het station van Tokyo heeft minder allure. Speciaal is wel dat je daar honderden meters onder de grond kan lopen. Op straat zien je niet zoveel mensen. Die lopen allemaal soms van 6 straten ver onder de grond langs winkels, koffietentjes en restaurants.
In de trein naar Tokyo zien we Mount Fuji liggen. Met slechts 1 wolkje ervoor.

donderdag, januari 25, 2018

Alleen onder de bogen


We waren verwend, met een reis langs plekken waar geen toeristen komen. Hier in Kyoto zijn we weer op een plaats waar "je geweest moet zijn". Ook In de winter zijn hier toeristen. Niet zo gek omdat Kyoto een stad is met 5000 tempels.
Vandaag zijn we naar het tempelcomplex Fushimi Inari-Taisha gewandeld. De tempels zijn bekend vanwege de honderden rode bogen waar je onderdoor loopt. Het is prachtig en een flinke wandeling omhoog tussen die bogen door. Onderweg zijn er honderden kleinere en grotere tempels.
Een grote stroom toeristen begeeft zich van het treinstation naar de ingang van het terrein. Met een grote groep loop je onder de bogen door de berg op. In het begin is het een geschuifel. Bij de eerste tempel kan ik niet verder omdat een mevrouw een selfie staat te nemen met haar telefoon. Ze is vergeten dat daar nog een selfiestick aan vast zit van meer dan een meter. Hiermee verspert ze als een slagboom de hele doorgang.
Wat zal het hier adembenemend druk zijn in de zomer, zeggen we tegen elkaar.
Grappig is dat iedereen een foto of selfie wil maken van het pad met de rode bogen zonder anderen erop. Mensen lopen dus door omhoog tot ze een punt bereiken waar ze met even wachten een foto kunnen maken zonder andere mensen erop. Als dat is gelukt keren ze om en gaan ze weer naar beneden.
Degenen die naar boven doorlopen en de hele tocht van 4 kilometer lopen, blijkt een klein groepje te zijn. Een op de 20 schat ik zo. Opvallend is dat het percentage buitenlandse toeristen oververtegenwoordigd is. Het zijn de buitenlanders die doorlopen. Het pad over de berg heen is stil, ingetogen, prachtig met al die tempeltjes en oude graven. Je wordt er vanzelf filosofisch van. Leuk is dat als je iemand tegemoet komt dat je die dan als vanzelf begroet.
Na afloop een kop soep met slierten gegeten in een klein restaurant waar we eigenlijk gingen zitten omdat Leonie zag dat ze er iets van sate gemaakt werd buiten. Helaas bleek dat geen kippensate, maar sate van ongeboren kwartel. Dan maar soep. Wel onze eerste soep die we zonder lepel hebben gegeten. Als iedereen om je heen de hete slierten naar binnen slurpt (met geluid) dan doen we dat ook maar.

woensdag, januari 24, 2018

Fietsen in Kyoto


Een auto parkeren op straat mag niet in Japan. Parkeren doe je in een garage of op je eigen terrein. Straten zien er mooi uit. Zelfs smalle straatjes in de stad lijken veel ruimer doordat er geen auto's staan. Een verademing voor ons. Voor de automobilist is het wat lastiger. Maar ach er zijn genoeg parkeergarages.
Voor fietsen geldt hetzelfde. Er mag niet zomaar op straat geparkeerd worden. Doe je dat wel dan is je fiets zo meegenomen door de gemeente. Er zijn in de stad speciale parkeergarages en parkeerplekken voor fietsen. Zelfs parkeerplekken onder de grond. Steek je fiets boven de grond in een sleuf tik een nummer in en een deurtje gaat open en je fiets verdwijnt. Floep zo onder de grond. Terug krijg je hem door een nummer in te tikken.
Zoveel parkeerplek is er niet. Toen ik opzocht waar we onze fietsen kwijt konden om een tempel verderop te bezoeken, bleek de parkeerplaats die het dichts bij was voor ons hotel te zijn. Daar schiet je dan niet veel mee op.
Voetgangers lopen hier meestal rechts. Op de weg wordt door het verkeer links gereden. Fietsers worden hier als een soort voetgangers gezien. Je rijdt op de stoep, steekt over op de zebra. Of je links of rechts van de weg op het voetpad rijdt doet er niet toe. Maar wat doe je als je iemand op de fiets tegenkomt? Passeer je die links of rechts? Daar is geen pijl op te trekken. Vreemd genoeg gaat het elke keer goed, althans we zijn nog tegen niemand aangereden. Maar erg hard rijden we niet op onze gehuurde barrels in de soms snerpend koude wind bij 1 graden. Er wordt hier ondanks kou veel gefietst ook door oudjes. Ze kunnen er goed tegen. Wij durfden ook niet meer te klagen toen we 200 peuters tegenkwamen die allemaal in korte broek met blote beentjes liepen. Ze worden gehard die Japanners.
Toen iemand uit de rimboe voor het eerst in de stad Singapore kwam, en hem gevraagd werd wat de meeste indruk had gemaakt, zei hij "een kar met bananen". Dat vond hij handig want dan kon hij zijn bananen makkelijker vervoeren. Je blijft als je ergens bent altijd je eigen leefwereld als uitgangspunt houden.
Als je mij vraagt wat de meeste indruk heeft gemaakt hier in Kyoto dan zeg ik niet de werkelijk prachtige tempels en tuinen maar een gezinsfiets voor het vervoer van kinderen. Riant als in een fauteuil en lekker overdekt zitten ze voor en achterop. Moeder hoeft niet hard te trappen want de fiets is meestal voorzien van een elektrisch motortje.