donderdag, januari 15, 2015

Vreemd Thailand


Als je wat langer in een land verblijft gaan je eigenaardigheden opvallen. Soms zijn de dingen helemaal niet zoals ze lijken te zijn.

Op den duur merk je dat de meeste mensen je helemaal niet verstaan. Ze willen je best helpen want vriendelijk zijn ze bijna allemaal. Ze zeggen wel yes, maar dat is uit beleefdheid. Ze verwijzen om je behulpzaam te zijn graag naar verdiepingen of winkels waar het product wat je wil hebben ook niet te krijgen valt. Maar dan hebben ze je geholpen. Taxi chauffeurs kunnen Soi 22 alleen verstaan als je twotwo zegt en daarbij 2 maal 2 vingers opsteekt. Eigenaardig blijft dat heel weinig mensen die hun kost verdienen in de toeristenindustrie geneigd zijn om wat beter Engels te leren.

De vraag is of men eigenlijk wel zo geïnteresseerd is in die buitenlanders? Neem nu die meneer die me in de straat waar we wonen een dik voetballershorloge aanbiedt, een Rolex of zo. Niet zo bijzonder dat hij me aanspreekt, maar tien dagen lang elke dag soms tot drie keer toe? Als je nu in het vak zit van horlogeverkoper, dan is het toch handig als je na een paar keer van een klant weet dat ie niks wil kopen? Naast ons huis zit een oudere meneer die altijd op de geldautomaat wijst, als we langs lopen. En langslopen doen we, een keer of 20 per dag. Lijken alle buitenlanders op elkaar?

Gelukkig worden we door anderen wel herkend. In Soi 22 waar we een paar weken wonen zijn tientallen massagesalons. De mevrouwen van de massagesalons weten na een paar keer langs lopen dat ik niet zo'n potentiële klant ben. We groeten elkaar vriendelijk dat wel.


Het blijft verbazen hoe de Thai de hele dag het zelfde eentonige of nietszeggende werk kunnen doen. Winkelpersoneel hangt met z'n vijven rond op de afdeling onderbroeken. Mensen zitten in winkels te wachten tot er eens een klant langskomt. Imitatiepolitieagenten staan de hele dag het verkeer uit een parkeergarage te regelen. En dan hebben we het niet over een 38 urige werkweek maar over zeker het dubbele. Na het inwilligen van een verkiezingsbelofte is het minimumloon officieel 300 baht, een 8 euro per dag. Dat is voor Azië enorm hoog. Ter vergelijking: in Birma is het minimumloon 50 cent per dag. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat velen dat minimumloon niet verdienen.

Thaise mensen zijn gauw tevreden met hun lot. Mogelijk komt dat door het boeddhistisch geloof. Mensen accepteren hun bestaan. Hebben ze een baantje dan zijn ze daar tevreden mee. Wij als westerlingen willen steeds verder, hoger, meer. Wij zijn niet gauw tevreden met ons bestaan. We kunnen wel wat leren van de Thaise mens.

woensdag, januari 14, 2015

Verkeer

De eerste indruk die je krijgt van het verkeer is dat het zo krankzinnig druk is. 6 banen auto's. Duizenden brommers. Uren van de dag staat het verkeer helemaal vast. Een grote stinkbende. Als je op sommige kruispunten het fijnstof zou meten, raken de meters verstopt. Er wordt wel gezegd dat Bangkok de stad is met de meeste files ter wereld.

Op den duur gaat echter ook opvallen dat men enorm beleefd is in het verkeer. Ze toeteren niet, laten anderen voorgaan. Het fileleed wordt geaccepteerd en met z'n allen gedragen. Heel plezierig. Als je hier een paar honderd Hollandse automobilisten zou loslaten dan werd het binnen enkele uren moord en doodslag.


De Skystrain nemen is heerlijk. Lekker koel en snel. Hoog boven het verkeer zoef je naar een ander deel van de stad. Het is een groot succes de Skytrain, maar op sommige momenten zo druk dat je de trein nauwelijks inkomt. De Skytrain wordt vooral door de middenklasse, werkende buitenlanders  en door toeristen gebruikt. Dat komt omdat de Skytrain relatief duur is. Een retourtje kost al gauw 70 Baht (1,60 euro).

De taxi's zijn hier bespottelijk goedkoop. Eigenlijk veel te goedkoop. De meter begint bij 35 baht (80 cent) en daar kom je al een eindje mee, dan loopt de meter heel langzaam op. Met z'n tweeën in de taxi is veel goedkoper dan de skytrain die boven de grond rijdt. Vaak wordt je in de taxi voor minder dan 1 euro vervoert. Het is dan ook niet raar dat taxichauffeurs met je een vaste prijs willen afspreken of willen onderhandelen over de prijs naar het vliegveld. Later op de avond weigeren heel veel chauffeurs de meter aan te zetten. Het is dan flink zoeken naar een taxi die de meter aan wil aanzetten. Welgestelde toeristen die een paar dagen in Bangkok zijn vinden het meestal heel redelijk voor een paar euro meer vervoert te worden. Helaas lijken wij een beetje veel op welvarende toeristen en zet men de meter niet aan. Dreigen met uitstappen is dan het enige dat helpt. Gisteren had de taxichauffeur een nieuwe variant. Hij had z'n meter verborgen onder een honkbalpetje. Dat haalde hij pas weg toen ik zei dat we uit wilden stappen.


We hebben hier door de drukste straten gefietst. Geen probleem.  Behalve de bussen is de rest van het verkeer heel voorzichtig met die rare buitenlanders op de fiets. Geduld en behendigheid is wel vereist. Je moet soms wel 135 seconden wachten voor het rode licht en de wegen hebben soms enorme kuilen.  Als fietser of brommer mag je ook gewoon tegen het verkeer in of op de stoep rijden. Alleen rechtsafslaan op de grote weg zoals Sukhumvit is op de fiets niet te doen. Te gevaarlijk.

Hier en daar is een poging gedaan om het fietsen iets te vergemakkelijken, door een soort fietspaden op de stoep te schilderen. Daarop heb ik echter in de laatste maand geen fietser gezien. Grootste probleem bliijft de luchtverontreiniging. Lekker diep ademhalen voelt als een aanslag op je luchtwegen.  Jago rijdt met een speciaal filter voor zijn mond. Als hij  een paar keer naar zijn werk is gefietst is het filter helemaal zwart. 

woensdag, januari 07, 2015

Opa en Oma


Eli, (spreek uit op zijn amerikaans: I lie) onze eerste kleinzoon is geboren. Een mooi jongetje met veel haar en de oogopslag van zijn vader. Vandaag komen vader, moeder en Eli thuis.

Vlak na de geboorte in het ziekenhuis kunnen de vier grootouders en tante Kat het kind bewonderen door een raam op de couveuse afdeling. Eli doet zijn ogen open en ik zie Jago weer liggen 30 jaar geleden.
Het zijn voor ons emotionele momenten. Het is prachtig om dit met z'n allen mee te maken.

Iedereen, in ieder geval alle expats bevallen in een ziekenhuis. Bij de bevalling is alleen de aanstaande vader aanwezig. De rest van de familie kan er niet bij zijn. Wij wachten dan ook af en kijken om ons af te leiden naar domme dingen op de TV. O.a. een reportage over een ranch in Australië  met 40000 koeien. We worden even na 8 uur savonds bericht dat Eli geboren is.


In uitstraling lijkt het internationale ziekenhuis lijkt meer op een hotel dan op een ziekenhuis. De gangen zien er uit als gangen van een mooi hotel. De kamers hebben nummers maar geen patientnamen erop, en de deuren zijn allemaal dicht. De eenpersoonskamers zijn ingericht met keukentje, ijskast, magnetron, eettafel, knots van een televisie en een bank waar de partner op kan slapen. De apparatuur is weggewerkt in de wand. Buiten het raam, op zes hoog is een tuin te zien, waar je rustig kunt wandelen. In de hal is een grote hotelbalie waar je kan betalen per creditcard. Het kost wel wat het verblijf hier.

Eli is een lekker, tot nu  toe heel tevreden kereltje. 51 cm lang. Heel volgroeid, lange vingers met lange nagels, grote voeten.We zijn nog een paar weken hier en we gaan hem elke dag even zien. Met de andere grootouders hebben we afgesproken dat het onze taak is om ons kleinkind zoveel mogelijk te verwennen!

maandag, januari 05, 2015

Wonen in Bangkok


Ben je nog op reis als je langere tijd ergens woont? We blijven een maand in Bangkok. Sinds 25 jaar zijn we op reis niet zo lang op dezelfde plek gebleven. Je zegt wel eens tegen elkaar, "dit is een plek waar ik best langer wil blijven". Daar komt nooit wat van want het reisschema gebiedt dat je door moet. En terugkeren doe je niet zo gauw.
We logeren in het huis van Tony en Colleen. Vrienden van Jago die in ons huis hebben gewoond in Amsterdam. Zij zijn op vakantie in Australië. Het is een echt huis tegen een appartementencomplex aangebouwd. Aan de achterkant ligt een mooi zwembad en een zaaltje met wat toestellen (de gym).

We zijn in afwachting van ons kleinkind. En dus niet geneigd om meerdere dagen weg te gaan. Ook al omdat een vlucht met Air Asia even niet zo zorgeloos meer lijkt. Dus brengen we onze dagen door als stadbewoners die af en toe een uitstapje maken.

Zo zijn we met Jago naar de Imax bioscoop geweest om de laatste aflevering van de Hobbit in 3D te bekijken. Heftig vermaak, draken die door je haren vliegen en veldslagen die over je heen rollen!
Een paar dagen geleden hebben we een boottocht gemaakt met Jago en Merritt, haar ouders en zus met aanhang. In een riverboat, een brede kano met een open automotor en een propellor aan een lange stang achter de boot. Heel mooi varen over de Klongs (kanalen) en de rivier rond Bangkok. Er wordt tot op het water gewoond. De huizen zijn vaak rommelig en scheefgezakt. Sommige plekken zijn prachtig, op andere oevers is het een grote plastic vuilnisbelt.
Kat, de zus van Merritt zwaait naar iedereen, en ze zwaaien allemaal terug. Over de rivier van Bangkok varen ook veerboten die om de paar honderd meter aanleggen. Bij terugkomst worden we door onze schipper afgezet op een pier in de oude stad vlak bij het paleis en de grote boeddha. Er passeert ons een veerboot volgepakt met mensen. Je houdt je hart vast als je dat ziet. Dit moet een keertje fout  aflopen. Bij de pier staan honderden mensen in de rij om de volgende boot te nemen. De meesten die staan te wachten zijn toeristen. We prijzen ons gelukkig dat we niet op de veerboot hoeven te stappen.


Zondag zijn we met Jago wezen fietsen in de groene long van Bangkok. Een gebied over de rivier waar geen hoogbouw is en waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. We gaan naar de overkant met een klein bootje, waar wij en de fietsen net in passen. 20 baht per persoon, inclusief fiets. Aan de overkant zijn een paar wegen en vooral hele smalle betonnen paadjes op palen boven het waterige land. Je fietst soms zo bij mensen door de huiskamer. De bewoners vinden het wel geinig, die toeristen op de fiets. Ze groeten vriendelijk. We zijn hier wel eerder geweest, maar opvallend is hoeveel fietsers we nu tegenkomen. Voor de zondagochtend is het een heel acceptabel uitje om op de fiets wat rond te peddelen. Mensen met volledige wieleroutfit, inclusief mondmasker, bril en helm. Een vader met 2 zoontjes alle twee op een klein fietsje. Moeder zit achterop bij pa, ze kan kennelijk (nog) niet fietsen. Een heel oude meneer op een luxe mountainbike trapt heel langzaam in de zwaarste versnelling. Bij ieder bruggetje stapt hij af omdat het te steil is.
In de stad moet je soms 140 seconden wachten tot het groene licht komt. De meeste brommers en de enkele fietser die voorbijkomen, rijden door rood. Normaliter zou Jago ook door rood rijden, maar met zijn ouders is hij zorgzaam en blijft wachten. Hij vindt eigenlijk dat wij een helm op moeten zetten. Die is verplicht in Thailand. Eigenwijs als we zijn doen we dat natuurlijk niet voor zulke kippenstukjes.