donderdag, juni 28, 2018

The Sea Ranch


Op het saaie af. Vanochtend gewandeld in het natuurgebied waar we op uitkijken vanaf ons balkon. Vandaar over een openbaar pad (daarover later meer) over de kliffen langs de zee door The Sea Ranch. Een nogal merkwaardige verzameling villa's. De Sea Ranch is een strook van 15 kilometer langs de kust met ongeveer 1500 huizen. Om er een huis te mogen bouwen moet die voldoen aan een heel boekwerk van eisen. Er mag alleen gebouwd worden met hout en steen. Het redwood hout mag niet geschilderd worden en vergrijst met de jaren. Verder zijn o.a. overhangende daken en erkers niet toegestaan. Geen hekken om de tuin en uitheemse planten mogen ook niet.  Er is geen straatverlichting en geen enkele winkel. Auto's moeten in de garage staan. Oorspronkelijk in de jaren 60 werden de huizen zo gepland dat ze geheel in het landschap opgingen.
Sommige huizen liggen schitterend en hebben een onovertroffen uitzicht op zee en de rotsen. Vanuit je huiskamer kan je zo de walvissen voorbij zien komen. Helaas hebben ze op andere plekken tussen de bestaande huizen er nog wat huizen tussen gepropt. Alles is grijs aan de huizen, heel typisch.
Nieuwe huizen herken je direct, want die hebben nog hun bruine houtkleur.
De huizen zijn vakantiewoningen, voor onze begrippen nogal groot (300 m2), en peperduur. Prijzen boven de 2 miljoen zijn geen uitzondering. En dat voor huizen waar je geen tuin hebt, maar een klein balkon met een schutting ervoor. Kinderen zie je er niet. Gelukkig maar er is voor hen niets te doen.
De huizen voldoen aan Amerikaanse ecologische inzichten van 50 jaar geleden. Die blijken niet te zijn meegegaan met de tijd. Geen beplanting op het dak en zoiets als een zonnecollector is ook verboden.


Oorspronkelijk was de opzet om er een park van te maken dat alleen door de bewoners gebruikt kon worden. Dat zou hebben betekend dat 16 kilometer kust niet meer voor het publiek toegankelijk zou worden. Daar kwam een heftig protest tegen. Na dit protest is de wet in Californië aangepast, zodat de hele kust toegankelijk blijft. En uiteindelijk mensen zoals wij er prachtig kunnen wandelen.


woensdag, juni 27, 2018

De kust in Noord Californië


Highway 1 langs de kust tussen Los Angeles en San Francisco is een van de roadtrips die tot de verbeelding spreekt. Highway 1 loopt ook door van San Francisco naar het noorden. Na 50 kilometer is het een kronkelend landelijk weggetje. Weinig buitenlandse toeristen zie je. Het is vooral voor de Amerikanen zelf een gebied om op vakantie te gaan. En toerisme is  de hoofdbron van inkomsten hier.

We hebben ooit een stukje van Highway 1 gefietst. Nu zijn we met onze medium size SUV aangeland in Gualala (spreek uit walala). We hebben drie dagen een lekker oubollige kamer met uitzicht op zee. Zelfs met open haard. Als je op het goede moment hier bent in maart en april kan je hier de walvissen voorbij zien zwemmen vanaf je balkon. De meeste mensen blijven hier een of hooguit twee nachten in een hotel. De dame achter de balie van het hotel zei "three nights! Wauw".

Vandaag de kust bekeken. Dat gaat hier zo maar niet. Je rijdt in de auto over een weg hoog boven de klif of door een mooi bos. Af en toe zie je een glimp van de mooie kust. Je kan alleen naar zee als er een public access weg is. En die zijn er niet al te veel. Zo komen we bij een parkeerterreintje en dan is het nog dik een kilometer lopen door de  zandduinen naar het strand. Het blijkt bij aankomst een heel mooi ruig strand.  Bij terugkomst bij de auto vraagt een mevrouw hoe ver het is naar het strand. Als ik zeg "3/4 of a mile", stapt ze gauw weer in en rijdt weg.



We hebben de hele ochtend een deja vu gevoel. Toch zijn we hier nog nooit geweest. Bij de witte vuurtoren van Point Arena komen we erachter. Het lijkt hier op de kust van Australië. Daar zijn we ook bij een witte vuurtoren op een klif geweest met drie woningen voor vuurtorenwachters. En daar waren we ook op het verkeerde moment. Daar was het walvisseizoen net geweest.

Shawn Colvin in the Freight & Salvage coffeehouse



Als opwarmertje voor de festivals gaan we naar Shawn Colvin in the Freight & Salvage coffeehouse. Dat is in Berkeley aan de andere kant van de Bay bij San Francisco. The Freight is een voor ons bekende naam, bijna iedereen waar wij fan van zijn heeft er wel eens opgetreden. Het is helemaal geen coffeehouse. Het is een gewoon muziektheater met goed geluid, special voor singer songwriter en americana muziek. 50 jaar geleden is het begonnen als coffeehouse, gedreven door vrijwilligers.
Shawn Colvin is begonnen als achtergrond zangeres. Zo zingt ze op de eerste plaat van John Gorka en op de platen van Susanna Vega. Ze heeft ooit een wereldhit gehad met "Sonny came home". Een heel vrolijk klinkend nummer. Als je naar de tekst luistert dan blijkt het nummer niet al te vrolijk. Sonny steekt haar huis in de fik, ze verbrand letterlijk alles achter zich. Mogelijk ook haar man.
Steve Earl met wie ze vaak is opgetreden, noemt het nummer "the ultimate break-up song: a murder balled".
Helaas is er een voorprogramma. Een nogal schreeuwerige mevrouw met een clownsjasje aan, die vooral liedjes over vrouwvrouw relaties zong. Leonie begon al na 1 minuut bozig op haar stoel te schuiven. De vrouwen voor en achter ons vinden het wel leuk.


De eerste keer dat we Shawn zagen was tijdens een huisconcert in Austin. Ze was toen behoorlijk dronken. Ze is dit keer heel relaxt. Het is een soort thuiswedstrijd lijkt het. Wat opvalt is hoe goed haar gitaarspel is. De zaal is muisstil en er worden geen foto's gemaakt. Ze start met "American Tune" van Paul Simon.
De interactie tussen artiest en publiek is totaal anders dan in Nederland. Hier kunnen ze ingewikkelde verhalen vertellen en inside grappen maken die begrepen worden. Shawn vertelt over een lied dat ze geschreven heeft en dat twee akkoorden bevat die ook in veel andere nummers voorkomen en vervolgens  zingt ze enkele regels uit een stuk of tien nummers. De zaal doet snel mee. Het gaat ons allemaal een beetje te snel. Als ik een nummer herkent heb, zijn we al weer 2 nummers verder.
Ze vertelt dat ze ooit in Berkeley heeft gewoond in een zolderkamertje en dat ze dan s avonds op het dak klom met een sixpack Coors.
Al met al was het een mooi optreden in een leuke zaal. En een geweldige ervaring.

maandag, juni 25, 2018

Rijen


Overal zie je rijen. Amerikanen vinden het heerlijk om in de rij te staan. Vanochtend 20 minuten in de rij gestaan om uit te kunnen checken uit het Hilton. Er zijn twee rijen. Eentje voor leden van de Hiltonclub en eentje voor gewone mensen. De eerste rij wordt drie keer zo snel geholpen.
Daarna in de rij bij het autoverhuurkantoor. De student uit China achter ons heeft een probleem. Om een auto te huren heb je een rijbewijs en een creditcard nodig. Maar dat moet wel dezelfde persoon zijn. Nu heeft hij een creditcard en zijn vader een rijbewijs. Hij heeft geen rijbewijs en zijn vader geen creditcard. Daar moet dus een speciale regeling voor getroffen worden.
Om bij het draaipunt van de Cablecar in San Francisco mee te kunnen staat een rij van 150 meter. Iets verderop is de rij nog langer bij het IJsmuseum.
Uit eten geweest met nicht Eveline en man Dion. Eveline is jarig en we eten in hun lievelings eethuis. In Santana Row. Een heerlijke nepstraat  geheel gemodelleerd naar een Franse boulevard. Terrasjes, palmbomen, dure winkels, eethuizen. Santana Row ligt middenin silicon valley. Het is zaterdagavond, heel druk en een deel van de straat is zomaar wandelgebied. Op het deel waar je nog mag rijden, zie je vooral Ferrari's, open auto's en andere dure auto's heel langzaam voorbijkomen.
Voor het restaurant waar we naar toegaan kan je niet reserveren. Dion belt wel van te voren om ons op de waiting list te zetten. Bij aankomst zijn we daar net van geschrapt. Dion krijgt zo'n elektronisch ding mee dat gaat knipperen als we aan de buurt zijn. Buiten staat een hele meute te wachten.
Al met al moeten we een uurtje wachten voordat we mogen eten. Andere restaurants doen ook niet aan zoiets Europees als tafels reserveren. Als we na het toch wel lekkere eten naar de auto lopen, staat erbij de ijskraam een rij van 50 meter.

zaterdag, juni 23, 2018

140 meter

 We zijn gevlogen naar San Francisco. De negen uur tijdsverschil laat zich wel voelen. De eerste dag is echt lang. 24 uur na vertrek zitten we in een cafe een biertje te drinken en vallen alle twee bijna in slaap en besluiten toch maar een volgend craftbier te laten staan. Vreemd genoeg is het pas 5 uur in de middag.

We slapen in het Hilton Union Square. Het grootste hotel aan de westkust met richting de 2000 kamers. Niet aan Union Square, maar wel in de buurt. Door vroeg te boeken kunnen we hier voor een redelijke (let wel redelijk in Amerika) prijs terecht. Met een "slight upgrade" zitten we op de 42 verdieping en dat is zo'n 140 meter hoog. We zien de helft van de stad en the Bridge in de verte. Mooi!


Dit Hilton is ooit gestart in de jaren zestig als een hotel in motelvorm. Tot de zevende verdieping kon je je auto naast je hotelkamer parkeren! Daarna zijn er nog wat gebouwen aan toegevoegd. Waaronder de toren van 150 meter waar wij nu in zitten. Het schijnt een voorbeeld te zijn van "Brutalism" een bouwstijl waarbij heel weinig aandacht aan het uiterlijk wordt besteed. Als je erin zit merk je er natuurlijk niks van dat je in een soort Maupoleum bent terecht gekomen.
Wat betreft "Vibe" lijkt San Francisco wel een beetje op Amsterdam. Relaxt, veel toeristen, een trammetje, veel culturen door elkaar, veel homo's. 
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Het grote aantal zwervers, bedelaars en psychiatrische patienten die op straat leven, went nooit. Het blijft treurig dat een samenleving accepteert dat er zoveel mensen uit de boot vallen. Een psychoot zit totaal vervuild op straat als uit de parkeergarage die 16 dollar per uur kost een paar Ferrari's komen. De tegenstelling tussen arm en rijk is hier soms obsceen.




Op herhaling naar de USA

We gaan dit jaar weer naar de USA. Het Kate Wolf Festival is ons goed bevallen. Dit jaar combineren we het met een festival in Canada. We vliegen heen naar San Francisco en een maand later terug vanaf Vancouver.