"Dan is het vast allemaal goed geregeld" zei Leonie vorige keer op het nieuwe vliegveld van Bali.
Het is soms beter dat je van te voren niet weet wat je te wachten staat. Met Air Asia vliegen we van Darwin naar Bali. In Darwin werkt het computersysteem niet. Eerst wordt een uurtje geprobeerd het systeem weer aan de praat te krijgen. Als dat niet lukt, worden alle boardingpassen met de hand uitgeschreven. Voor sommigen in de rij betekent dat meer dan 2 uur wachten. Uiteindelijk hebben we maar een uurtje vertraging en komen we om 10 uur avonds op Bali aan. Wel heeft Air Asia vergeten formulieren mee te nemen die je moet vullen om een visum voor Indonesië te krijgen.
Dit keer kunnen we de weg op het vliegveld van Bali wel makkelijk vinden. En met ons duizenden anderen. Vliegtuigladingen uit alle windstreken worden zo ongeveer op het zelfde moment afgeleverd. Wat wil je ook het hoogtepunt van het jaar: kerst op Bali. Eerst moet je 25 dollar betalen om een inreisvisum te krijgen. Dat betekent een halfuurtje in de rij staan. Terwijl ik in de rij sta, gaat Leonie op zoek naar de inreis formulieren. Na vijftien minuten komt ze daarmee opgedoken uit de immense mensenmassa. Met het formulier en het bewijs van betaling naar de paspoortcontrole met zo'n zigzag rij tussen touwen door.
Even uitgerekend hoeveel mensen er voor ons in de rij staan: minstens 1000! Geduldig wachten, papieren invullen en je niet boos maken. Na de pascontrole wordt je koffer nog eens geXrayed.
Buiten de uitgang staan honderden chauffeurs van hotels bordjes met namen op te houden. Daartussen lopen tientallen snorders die je wel hun taxi willen meenemen. Er is een officiële vervoerder die het alleenrecht heeft voor vervoer vanaf de luchthaven, maar die heeft het zo slecht geregeld dat de gewone taxichauffeurs daarvan gebruik maken.
Het is regenseizoen hier en dat is te merken, overal lekt het dak en is de grond spekglad. Welkom op Bali. Maar ach denken we een uurtje later op onze hotelkamer wat smaakt de Bintang weer lekker.
zaterdag, december 21, 2013
The Ashes
"They won the Aussies!" Verpletterd zijn de Engelsen. The Ashes is een serie van maximaal 5 cricket wedstrijden tussen Engeland en Australië die al sinds 1882 worden gespeeld. The Ashes is een vijftien cm hoge urn met as. Wat voor as er in de urn zit is onduidelijk. Ze zeggen dat het de as van een cricket bal is of zoiets, maar het zou ook een damesonderjurk kunnen zijn. Sportgek zijn ze in dit land en de Ashes is voor velen de belangrijkste trofee die er is.
Elke wedstrijd duurt minstens een dag of drie. Wie drie wedstrijden heeft gewonnen wint de Ashes. Wedstrijden worden voorzien van commentaar de gehele dag uitgezonden. Tijdens Lunch en Tea wordt de wedstrijd uitvoerig geanaliseerd. Rond de Oval zitten zo'n 40000 mensen. In de 40 graden, de hele dag. Bij een Roadhouse 150 km van de rest van wereld verwijderd, kan ik net het begin van de wedstrijd zien die dag. Gehaast komt een Australiër binnen rennen en roept "Who is batting?"
Langzamerhand heb ik een deel van de spelregels onder de knie gekregen. Nu ik voor de derde keer de Ashes volg, begrijp ik wel dat het eigenlijk een hele brute sport is. Bowlers gooien de bal met soms 150 kilometer per uur. Bij de Engelsen wordt een goeie batter afgevoerd omdat hij een bal direct op zijn tenen gegooid krijgt. Een van de batters van de Engeland is zo gepest en getreiterd dan hij na de eerste wedstrijd geknakt naar huis gaat en zich onder behandeling van een psychiater moet stellen. Een australier biedt vervolgens op de TV zijn excuses aan voor de opmerkingen. " als ik geweten had hij psychische problemen had, dan had ik hem natuurlijk niet gezegd dat hij er geen bal van kon". Een australier is bij de training op zijn vingers geslagen en speelt nu met aan elkaar getapede vingers. Natuurlijk proberen de engelsen hem precies op die vingers te raken. Wat nog lukt ook. Au, denk het hele stadion.
Tijdens de eerste inning van de eerste wedstrijd werd Engeland helemaal weggespeeld. Niemand had nog zo iets gezien. Engeland was volledig van slag.
Hadden de Australiers dat verwacht? Nee helemaal niet. Engeland won al jaren alles met overmacht. De Australische coach was een half jaar geleden ontslagen en een aantal spelers bleek meer in de kroeg te zitten dan op het veld te staan. Zelden zulke verbaasde en vrolijke commentaren gehoord. De stand is nu dat Australië 32 keer de Ashes heeft gewonnen en de Engelsen 31 keer.
Elke wedstrijd duurt minstens een dag of drie. Wie drie wedstrijden heeft gewonnen wint de Ashes. Wedstrijden worden voorzien van commentaar de gehele dag uitgezonden. Tijdens Lunch en Tea wordt de wedstrijd uitvoerig geanaliseerd. Rond de Oval zitten zo'n 40000 mensen. In de 40 graden, de hele dag. Bij een Roadhouse 150 km van de rest van wereld verwijderd, kan ik net het begin van de wedstrijd zien die dag. Gehaast komt een Australiër binnen rennen en roept "Who is batting?"
Langzamerhand heb ik een deel van de spelregels onder de knie gekregen. Nu ik voor de derde keer de Ashes volg, begrijp ik wel dat het eigenlijk een hele brute sport is. Bowlers gooien de bal met soms 150 kilometer per uur. Bij de Engelsen wordt een goeie batter afgevoerd omdat hij een bal direct op zijn tenen gegooid krijgt. Een van de batters van de Engeland is zo gepest en getreiterd dan hij na de eerste wedstrijd geknakt naar huis gaat en zich onder behandeling van een psychiater moet stellen. Een australier biedt vervolgens op de TV zijn excuses aan voor de opmerkingen. " als ik geweten had hij psychische problemen had, dan had ik hem natuurlijk niet gezegd dat hij er geen bal van kon". Een australier is bij de training op zijn vingers geslagen en speelt nu met aan elkaar getapede vingers. Natuurlijk proberen de engelsen hem precies op die vingers te raken. Wat nog lukt ook. Au, denk het hele stadion.
Tijdens de eerste inning van de eerste wedstrijd werd Engeland helemaal weggespeeld. Niemand had nog zo iets gezien. Engeland was volledig van slag.
Hadden de Australiers dat verwacht? Nee helemaal niet. Engeland won al jaren alles met overmacht. De Australische coach was een half jaar geleden ontslagen en een aantal spelers bleek meer in de kroeg te zitten dan op het veld te staan. Zelden zulke verbaasde en vrolijke commentaren gehoord. De stand is nu dat Australië 32 keer de Ashes heeft gewonnen en de Engelsen 31 keer.
zondag, december 15, 2013
Een paar overdenkingen op de Stuart Highway
Vandaag gearriveerd in Katherine, we hebben nu het grootste deel van de Stuart Highway achter ons. Geen fietser hier gezien, toch is dit de geboorteplaats van Cadel Evans. En daar zijn ze trots op gezien het bord bij het binnenrijden. We begrijpen wel dat hij hier snel is weggefietst.
We zien langs duizenden kilometers Stuart Highway voortdurend mierenhopen. Soms om de paar meter zover we kunnen zien. Ze zijn piemelgroot tot soms wel 2 meter hoog. Langs de weg zijn ze vaak versiert met een T-shirt, bril, BHtje of mutsje. Dan lijken het net Hobbits. Na wat hoofdrekenen (daar heb je tijd voor als je uren langs de Stuart Highway rijdt) kom ik tot de schatting dat hier minstens 1 miljard van deze mierenhopen moeten staan!
Om de 100 km zijn er roadstations waar je kan tanken. Bij de meeste hangen Aborigionals rond. Een aantal roadhouses hebben hun beste tijd al flink wat jaren gehad. Soms zijn er prachtige verstofte interieurs met duizenden bankbiljetten, foto's en handtekeningen. Als je iets wil hebben moet je het aanwijzen. Ze zijn nogal bang voor diefstal. Als je naar de WC wil krijg je een sleutel mee. Toen de benzinepomp niet meer dan een halve liter benzine gaf, wilde de mevrouw niet naar buiten komen. Als ze haar winkeltje alleen laat, wordt het kennelijk meteen leeggeroofd. Waar alle roadhouses in overeenkomen is dat je alleen vet voedsel kan krijgen. Patat, frituur en zakken chips. Ik neem meestal een pie, Leonie helemaal niks. Koffie daar begint ze niet meer aan.
Op een gegeven moment kwam er onderweg wat bewolking opzetten. Er vormden zich rare ronde wolken in de vorm van een soepbord. Curieus om te zien. Toen we 100 km daarop gingen tanken bleek het roadhouse het centrum voor UFO's van Australie te zijn. Er waren daar de meeste UFO's van Australie waargenomen. Dat geeft te denken!
We hebben nu een paar keer in een warmwaterbron gezwommen. En dat blijkt als het 40 graden is helemaal niet zo verfrissend. Je koelt helemaal niet af en vlak na het zwemmen sta je weer te zweten als een paard. Het water wat uit de kraan komt is trouwens ook niet koud. Bij het douchen hoef je geen warm bij te mengen.
We zien langs duizenden kilometers Stuart Highway voortdurend mierenhopen. Soms om de paar meter zover we kunnen zien. Ze zijn piemelgroot tot soms wel 2 meter hoog. Langs de weg zijn ze vaak versiert met een T-shirt, bril, BHtje of mutsje. Dan lijken het net Hobbits. Na wat hoofdrekenen (daar heb je tijd voor als je uren langs de Stuart Highway rijdt) kom ik tot de schatting dat hier minstens 1 miljard van deze mierenhopen moeten staan!
Om de 100 km zijn er roadstations waar je kan tanken. Bij de meeste hangen Aborigionals rond. Een aantal roadhouses hebben hun beste tijd al flink wat jaren gehad. Soms zijn er prachtige verstofte interieurs met duizenden bankbiljetten, foto's en handtekeningen. Als je iets wil hebben moet je het aanwijzen. Ze zijn nogal bang voor diefstal. Als je naar de WC wil krijg je een sleutel mee. Toen de benzinepomp niet meer dan een halve liter benzine gaf, wilde de mevrouw niet naar buiten komen. Als ze haar winkeltje alleen laat, wordt het kennelijk meteen leeggeroofd. Waar alle roadhouses in overeenkomen is dat je alleen vet voedsel kan krijgen. Patat, frituur en zakken chips. Ik neem meestal een pie, Leonie helemaal niks. Koffie daar begint ze niet meer aan.
Op een gegeven moment kwam er onderweg wat bewolking opzetten. Er vormden zich rare ronde wolken in de vorm van een soepbord. Curieus om te zien. Toen we 100 km daarop gingen tanken bleek het roadhouse het centrum voor UFO's van Australie te zijn. Er waren daar de meeste UFO's van Australie waargenomen. Dat geeft te denken!
We hebben nu een paar keer in een warmwaterbron gezwommen. En dat blijkt als het 40 graden is helemaal niet zo verfrissend. Je koelt helemaal niet af en vlak na het zwemmen sta je weer te zweten als een paard. Het water wat uit de kraan komt is trouwens ook niet koud. Bij het douchen hoef je geen warm bij te mengen.
donderdag, december 12, 2013
Aboriginal Art
"Forbidden to photograph" staat er op het bordje bij de Berg Uluru. Deze plek is heilig voor de aboriginals. Wij hebben een wat ambivalente houding tegenover dit soort bescherming van de cultuur van de aboriginals. Het lijkt soms erg overtrokken. Bij een site waar ze kleurstoffen uit de rotsen haalden, staat een bord dat je een boete riskeert van $ 5000 als je iets meeneemt.
Natuurlijk woonden de abos hier al duizenden jaren. En zijn ze vreselijk behandeld door de blanken. Maar dit soort bescherming lijkt sterk in gegeven door een schuldgevoel. De bestuurders willen het nu wel heel erg goed doen. Overal tref je winkels (galerieën) waar je kunst van de aborigionals kan kopen. Soms ziet dat er aardig uit, soms is het nogal knullige, primitieve kunst. Er worden flinke bedragen voor gevraagd. Fotograferen is volstrekt verboden.
Wij komen hier in eerste instantie voor de bijzondere natuur. Toch is die hier in de Red Centre bijna volledig geclaimd voor de abos. Bij een mooie rots wordt niet uitgelegd hoe die ontstaan is, maar er wordt op bordjes een uitvoerige fabel van de abos verteld.
Vanmiddag zijn we in de Mac Donnell Ranges. Nadat we gezwommen hadden in een prachtige "waterhole" aten we een broodje bij Glen Elen een uiterst afgelegen "resort"1. Binnen zitten 4 mensen. Buiten leek het net of er creatieve therapie werd gegeven aan een groep oudere patiënten. Een mannelijke abo en een stuk of tien vrouwen zitten te schilderen. Daar lopen een vier verzorgers tussendoor. Sommige abos maakten landschapjes, andere abstracte stippen schilderingen. Ze zagen eruit zoals heel veel oudere abos er hier uit zien: slonzig, blootsvoets, dik, en onprettig ruikend. Ze werden goed verzorgd, kregen veel te eten. Geen alcohol maar water.
Opeens begrepen we hoe al die door westerlingen gedreven galerieën (no photographs!) aan hun oorspronkelijke abo kunst komen. Ze laten bejaarde abos in ruil voor een stevige maaltijd die kunst fabriceren!
1. Wat hier onder resort verstaan wordt, is iets geheel anders dan we gewend zijn. Het is niet een luxe soort hotel met groot zwembad en zo, maar meestal een verouderd motel met grasveldje en kinderbadje.
maandag, december 09, 2013
De Stuart Highway naar de Red Centre
Van Adelaide in het Zuiden naar Darwin in het Noorden loopt de Stuart Highway. Een tweebaans weg van 3200 km lang. Stukken daarvan zijn totaal verlaten. Om de 10 minuten kom je een tegenligger tegen. Gisteren reden we door een streek waar Mad Max is opgenomen. 250 km zonder winkel, huis, of benzinepomp. Telefoons werken niet. Raar genoeg is het niet saai om erover heen te rijden. Soms moeten we een road train inhalen. Een vrachtwagen met een dubbele aanhanger. Een meter of 50 lang. Veel roofvogels te zien. Soms ligt er een enorm zoutmeer, dan weer een ander prachtig uitzicht. In South Australia is de maximum snelheid 110 km per uur. Nogal traag. Dus Leonie probeert "ietsje" harder te rijden. Helaas komt er op een onbewaakt moment ons een agent tegemoet. Gelukkig komt ze met een waarschuwing ervan af. Daarna denkt ze dat elke auto die ons tegemoet komt mogelijk een politieauto is.
Halverwege naar Uluru overnachten we in Coober Pedy. Een merkwaardig stadje, waar opaal gevonden wordt. Coober Pedy betekent in het Aboriginals: blanke man onder de grond. Het stadje is omgeven door 1 miljoen bergen en bergjes zand en grind. Overal wordt gegraven naar opaal. In de stad zelf zijn allerlei plekken onder de grond. Verschillende kerken, een paar hotels, restaurants, galerieën. Onder de grond is het altijd 23 graden. In een restaurant zien we zelfs een open haard. Boven de grond is er weinig interessants te zien. Verlaten, bruin en heel stoffig. De camping waar we in een oud hutje zitten, is heel kaal. Om een boom te planten moeten je eerst een gat boren in de grond en daar aarde ingooien. Op wat dronken Aboriginals na is de stad verlaten. De hotels onder de grond zijn gesloten. Het Griekse restaurant is ook dicht. We vragen ons af hoe je in godsnaam in zo'n oord langer dan een paar dagen kan wonen.
dinsdag, december 03, 2013
Een wandelingetje bij 42 graden
We zijn een stuk het binnenland ingereden naar de Flinders Ranges. Een heel mooi natuurpark, met als centraal deel de Wipedia Pound een meer hoog in de bergen omgeven door rotsen. Om dat te kunnen zien moet je een fikse wandeling maken. Uren heen en uren terug. Je moet er hier in Australie wat voor over hebben. In de USA zouden ze een parkeerplaats maken boven op een uitzicht punt. Hier niet.
We zijn wel gehandicapt vandaag. Het was gisterenmiddag 43 graden volgens de kruidenier. Vandaag zijn we vroeg op pad, en komen na een stuk rijden aan bij het park. We proberen wel een stuk te wandelen, zien verder nauwelijks mensen, alleen een kangeroe staat verlamd door de hitte langs het pad en keert ons de rug toe. Na een tijdje besluiten we toch maar om te keren. En nu komen we helemaal niemand meer tegen. We zweten niet, althans zo lijkt het, daarvoor is het te droog hier. In de auto blijkt het 42 graden te zijn en dat om 11 uur in de morgen. Begrijpelijk dat we wat kortademig waren bergop. Op andere plaatsen zoals Uluru wordt het wandelpad afgesloten als het boven de 36 graden is.
We komen tussen de middag door Quorn een plaatsje dat er uit zit alsof het honderd jaar niet veranderd is. Natuurlijk is er niemand te zien, alleen een cowboy met ZZtop baard op een scootmobiel. In de Tearoom die ook van binnen honderd jaar niet veranderd is, zijn we de enige klanten. We begrijpen dat in dit plaatsje wel 20 films zijn opgenomen.
's avonds zitten we in een Cabin op een camping aan zee. Heerlijke temperatuur. Zelfs een beetje regen. Het is alsof we weer kunnen nadenken. Het weer is hier een soort tombola. We hebben nu al meegemaakt dat het de ene dag 20 graden kouder was dan de dag ervoor. Morgen wordt onze laatste dag aan zee, daarna gaan we echt richting Darwin de woestijn in.
zondag, december 01, 2013
A trundle under a treble bunk.
Mensen in de toeristenindustrie hebben geleerd dat buitenlanders de Australiers vaak niet goed verstaan. Dus leggen zij overdreven articulerend en heel langzaam uit hoe het zit. Het voelt dan of ze tegen iemand met een verstandelijke beperking praten.
En soms zijn zaken hier ook al leggen ze het je uit niet te begrijpen. Ondanks een kaartje mag je niet met de fiets de boot op als je niet eerst je fiets incheckt bij een kantoortje. Als je wat te eten wil hebben op een terras, moet je eerst een tafeltje vinden, vervolgens de kaart en dan naar de bar om te bestellen. In deze volgorde. Je mag pas wat bestellen als je een tafeltje hebt en de kaart hebt bekeken. Langzamerhand beginnen we te leren dat er hier nog heel veel te leren valt.
Wij sliepen in een wat aftands huisje op een camping op Kangaroo Island. Daar stond achter een gordijn een treble met een trundle. Een treble is een driepersoons stapelbed, een twijfelaar onder en een smaller bed boven. Een trundle is een onderschuifbed. Zo kan je dus op een klein oppervlak 5 kinderen kwijt.
Abonneren op:
Posts (Atom)