We maken een roadtrip van Malaga naar Valencia. Eerst in Malaga de twee grootste trekpleisters bekeken. De kathedraal, een enorm groot en indrukwekkend ding. Vooral het houtwerk, de deuren en beelden zijn prachtig. En het Picasso museum. Het is meen ik het vierde Picassomuseum wat we bezoeken. De kunst is geschonken door een dochter en kleinzoon. Een beetje uit alle periodes. Picasso is in Malaga geboren. Vandaar het museum. Zijn geboortehuis is ook open voor het publiek. Het museum is een mooi gebouw en goed ingericht. Er staan 2 rijen voor de deur. Eentje voor mensen met een kaartje en eentje voor zonder kaartje. Wij hebben een kaartje en hoeven niet lang te wachten. Het is fors druk. Wat moet dat worden in de zomer! Voordat we binnen zijn tel ik al acht bewakers. Picasso heeft maar 10 van zijn 91 zijn jaar in Malaga gewoond. Ik vraag me lopend door het museum af waarom Leiden zo weinig met Rembrandt heeft gedaan. Rembrandt woonde de eerste 25 jaar in Leiden. Er herinnert daar niets maar aan Rembrandt. Zijn geboortehuis is al lang afgebroken.
De tocht vanaf Malaga voert langs honderdduizenden zo niet miljoenen vakantiehuizen en flats. Voor 90% leeg in februari. Alleen op plekken als Torremolinos en Benidorm is het wat drukker. Restaurants zijn vaak dicht. Hotels ook of ze hebben maar enkele gasten.
Meer dan een derde van de Spanjaarden heeft een tweede huis. Nogal scheef is dat er in de grote steden te weinig huizen zijn. Er is een tekort van minstens 600000 huizen. Veel jongeren blijven noodgedwongen thuis wonen. 5 tot 6 jaar langer dan in Nederland.
De stukken rotsachtige kust zijn soms heel mooi. Op andere plekken is het dorre bruine vlaktes met tientalle kilometers kassen. Zeeën van wit plastic.
Onderweg slapen we in stille hotels. In Los Delfines slapen we 6 hoog. Alles letterlijk alles is wit. Het balkon heeft een kniehoog muurtje. Doodeng. De architect heeft bedacht dat de je van bovenaf zo de hal in kan kijken vanaf acht hoog. Ook hier een heel fragiel tuinhekje. Ik schuifelde van de lift langs de muur naar de kamer om maar niet naar beneden te hoeven kijken. De koker die van beneden naar boven loopt werkt als een enorme toeter. Als iemand in de hal bij de receptie hard praat kan je dat zes hoog nog verstaan. In zaal voor het ontbijt zijn 80 tafels voor 4 personen. Ook hier is alles wit. Ook de kopjes en borden. Om 9:30 zijn we er met zijn drieën. Een man met een kopje koffie in een een hoekje en wij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten