Een mooie zondag met de fiets in het Glacier National Park. Glacier ligt in Montana tegen de Canadese grens aan. Een heel groot natuurgebied, met eigenlijk maar een weg er doorheen: the Road to the Sun. Gezien het late voorjaar is de weg voor auto’s nog afgesloten. Als er geen wegwerkers zijn mag je er met de fiets we op. En dat is deze mooie zondag.
En dat doen dan ook honderden fietsers. Wij zijn er vroeg bij. Voor negenen zijn we vertrokken. We hebben geen idee hoe de weg erbij ligt. Leonie verbiedt om voedsel mee te nemen, gezien de vele beren (bruine en ook Grizzly). We fietsen langs adembenemende vergezichten, horen en zien lawines omlaagkomen, fantastisch. Muisstil is het er, je hoort alleen de rivier, die lawines en een enkel fluitje van wandelaars die de beren op die manier van zich afhouden. Die fluitjes versterken Leonie in de gedachte dat er zo beren tevoorschijn kunnen komen. Mij lijkt het wel een mooi einde, van de fiets getrokken te worden door een Grizzly.
Gaandeweg worden we enkele keren ingehaald door sportieve types op mountain bikes. Een tijdje later komen ze weer met vliegende vaart de helling af. De weg wordt steeds moeilijker, asfalt ontbreekt, lawines langs de weg en veel water op de weg. Achter elke bocht is een nieuw nog mooier uitzicht.
Een aardige amerikaan die we tegenkomen komt al zijn hele leven op deze weg. Zijn vader heeft 45 jaar aan de weg gewerkt. Nu komen hij en zijn vrouw er bijna elke zondag tot de auto’s weer mogen rijden. Hij zegt dat beren geen enkel gevaar zijn, maar dat ze vaak te zien zijn. Ja wij hebben ook de beren sporen gezien.
We stoppen na 20 kilometer fietsen en een kleine kilometer klimmen. Dat is bij “the Loop” een scherpe bocht. We komen niet verder. Domweg omdat we alleen een flesje water meehebben en geen eten. Na dik een half uur zijn we weer terug bij de auto. In dat half uur afdalen, komen we wel honderd fietsers tegen. Eerst de heel sportieven, daarna de sportieven, dan de zondagsrijders, dan de gezinnen met kinderen, dan de dikkerds die aan hun conditie pogen te werken, dan de wandelaars, en dan de oudjes. Iedereen probeert een stuk de berg op te fietsen om dan op zijn niveau te stoppen en om te draaien.