zondag, december 09, 2012

Hotels op Bali

We zijn de enige gasten in het hotel.  Voor een schappelijk prijsje zitten we in een bungalow met een enorme kamer, een grote badkamer en een buitendouche. Voor de deur ligt een drie meter diep zwembad. De tuin wordt bijgehouden door 3 tuinmannen. De Balinese club die het hotel runt, is heel blij met ons.
In alle hotels de laatste week zijn we bijna de enige gasten. Met kerst zitten ze ook niet vol zeggen ze. Alleen in juli en augustus is het druk. Toch worden de hotels het hele jaar opengehouden. Een paar dagen geleden zaten we als enige gasten in een hotel dat 30 mensen in dienst heeft. We werden bediend in het restaurant door drie mensen en in de keuken staan er ook nog drie.
Alle hotels waar we zitten, zien er perfect uit. Mooie kamers, zeer goed onderhouden. Overal worden nieuwe villa's en resorts gebouwd. Het lijkt de kantoormarkt in Nederland wel.
De mensen hier zien het als een soort lot dat je niet kunnen beïnvloeden dat er zo weinig gasten zijn. Nee het is wel heel erg stil dat geven ze toe.
Hoe dat economisch moet, is ons een raadsel.

Vanavond gegeten in restaurant Vincent. Het zat behoorlijk vol. Er heen gelopen langs wel tien lege restaurants. Het eten was fantastisch. Zelden zo'n goeie biefstuk gegeten. Leek wel ossenhaas. Vincent staat dan ook op nr 1 bij Tripadvisor.

Fietsen op Bali

Soms lopen, de vulkaan is 3100 meter, daar gaan we niet overheen
“You want brille for your kleinkinderen. For christmas?” We zijn net 400 meter in de loeihitte de berg op gefietst. En neergeploft in een eethuisje om nasi goring te eten en citroensap te drinken. De verkoper ziet dat we Nederlanders zijn (we zijn immers zo gek om te fietsen), en probeert ons wat brillen te slijten. We worden dus niet alleen liefkozend Mamma Leonie en Pappa Albert genoemd, maar ze denken dat we ook wel grootouders zullen zijn.
Leonie riep halverwege de helling dat ze dit nooit meer doet. Eerst een bypass en dan wil ze er nog wel een keertje over nadenken. En zeker alleen maar op haar eigen fiets, niet zo’n kreng van een mountainbike.
Mooi is het wel, leuke dorpjes, rijstvelden. Heel veel kinderen roepen iets in het Engels: hello, howarjoe, were you come from, good morning, en soms iets totaals onverstaanbaars.
Aardige en lieve mensen. En niet allemaal willen ze je iets verkopen.
En druk is het ook, en wat is de weg soms smal. Verschillende keren moeten we de berm in duiken om een vrachtauto te vermijden die aan het inhalen is. Het recht van de sterkste telt kennelijk. Mensen steken zo hun brommer de weg op. Tegenliggende brommers rijden vaak rechts, terwijl er hier links wordt gereden.
Het is regenseizoen hier en dan is het heet. Alleen het regent heel weinig aan deze kant van het eiland. Als de bevolking hier volop klaagt dat het warm is, mogen we aannemen dat het warm is.
Morgen maar weer vroeg vertrekken.

woensdag, december 05, 2012

Bloemenfietser

Met lotusbloem in het oor
“Bloemenfietser” zei de meneer van de tempel in het Nederlands. Hij had er voor gezorgd dat wij niet te ontbloot de tempel betraden. Doeken om de blote benen te bedekken. Wel wat geld in een kistje steken.
Op de tempel staat een Nederlandse fietser afgebeeld.
Het is WOJ Nieuwenkamp. Om hem zelf aan het woord te laten: ‘... In 1904, toen ik voor het eerst Bali bezocht, had ik een fiets medegebracht. Dit was de eerste op dat eiland. Als ik daar, in de avondschemering, langs den zachtglooienden weg van Singaradja naar de kust reed, verwekte de vreemde, geluidloos voortsnellende verschijning een geweldige opschudding onder de vol ontzetting opzijde stuivende inlanders. Geen wonder dat zij deze zonderlinge vertooning hebben afgebeeld in één van hun tempels, n.l. in den Poera Medoewekarang te Koeboetambahan aan de noordkust...”
Gek genoeg staat de tempel Pura Meduwe Karang nergens op een kaart. Tripadvisor heeft hem wel, maar dan staat ie op een verkeerde plek. In 1917 is de tempel door een aardbeving verwoest en toen is een wiel door een bloem vervangen.
Als je hier rondfietst weet iedereen ook dat je Hollander bent. De mevrouw van het hotel zegt dan ook “welkom”. En dat begon dus ergens hier dik honderd jaar geleden.
Nog steeds zie je hier oude Hollandse fietsen rondrijden. Soms met van die door stangen bediende trommelremmen. Die remmen doen het dan waarschijnlijk al 50 jaar niet meer, maar die stangen zijn onverwoestbaar.

maandag, december 03, 2012

Wanhoop in een duur Valkenburg

Zijstraat van hoofdstraat tijdelijk verboden voor auto's
Dit wordt een beetje cynisch stukje. Gisteren naar Ubud gefietst. Ubud ligt in het binnenland, tussen de rijstvelden. Van oudsher werken hier veel kunstenaars. Het is een soort rommelig Valkenburg. Wankele stoepjes. Heel druk verkeer. Als je niet oplet kan je zo in een gat van een meter diep vallen in het open riool.
Nog nooit zijn we zoveel door verkopers en taximannen aangesproken. Geef je ook maar enige reactie (een beleefd nee dank u) of kijk je ze ook maar even aan, dan is dat altijd het begin van een gesprek. Je moet dus wel iedereen volledig negeren. De laatste 24 uur zijn we minstens 1000 keer gevraagd of een taxi willen. Vreemd is wel dat we nog niemand zo maar in een taxi hebben zien stappen. Waarschijnlijk loopt het al niet zo met het toerisme, en dan is dit ook nog het slappe seizoen. Er spreekt een soort wanhoop uit.
Wij zitten in het centrum aan Monkey Road. Ons hotel bestaat uit 2 delen met elke 6 kamers. Wij zitten in het oude deel, met rare steile trappen en knusse balkonnetjes. Aan de andere kant van het zwembadje liggen 6 motelachtige kamers. Dat zit helemaal vol met Amerikanen die 167 dollar betalen. In het hoog seizoen vragen ze daar nog veel meer voor. Buiten de stad heb je tal van resorts en villa’s. Je kan daar spiritueel met massage, het juiste eten en boedisme tot verlichting komen. Verblijf in de resorts is peperduur. 500 euro per dag is geen uitzondering. Dat zijn mensen die een Julia Robertsje komen doen. Van de film en boek “Eat, pray en love”. Door een feministe “Eat, pray, spend” genoemd. Julia vind haar verlichting na een reis over de wereld, uiteindelijk hier in Ubud.
Ondanks dit soort cynische gedachten is er toch heel wat moois te beleven hier. Vandaag een fietstocht tussen rijstvelden gemaakt, langs allerlei prachtige tempels. En het eten is soms geweldig.
Morgen laten we ons met fiets en al de berg hierachter over helpen. De pas is 1200 meter hoog en drie uur rijden in de auto. En dan verdient een van die taximannen no wat.

zaterdag, december 01, 2012

Piep, kraak op de fiets

Op een stil stukje bij Sanur
We gaan een fietstochtje maken over Bali. Het leek mij handig om fietsen te huren. Het moeten wel fietsen zijn waar een bagagedrager op zit. En een beetje redelijk onderhouden.
Bij de een of andere firma fietsen besteld, onderhandeld over de prijs. (4 euro per dag).
Afgesproken dat ze naar het hotel worden gebracht.
Op het afgesproken tijdstip kwamen ze niet opdagen. Gebeld, een meneer wist zich te herrineren dat ik fietsen besteld had. Althans dat zei hij. Nee zeggen kunnen ze niet. Hij vroeg nog wel naar de maat, het hotel en zo. Een dag later waren de fietsen er nog niet. Ja, ze zijn onderweg, zeker in het verkeer opgehouden. De fietsenmaker is 15 minuten rijden van hier. Bijna een uur later kwam er iemand. Het zijn afgeragte mountainbikes, met van die noppenbanden. Ze piepen een beetje, maar we komen er wel op vooruit. Of we die berg midden op het eiland zullen nemen betwijfel ik.
We zitten hier een paar dagen in een luxe oord het Hyatt. Gratis nog wel, van punten die we op de een of andere manier hebben gespaard op onze laatste reis in de VS. 

De fietsen stallen we vlak naast een soort personeelskantine, waar om de paar minuten via een enorme installatie iemand wordt opgeroepen.
De jongens van het hotel en de taxichauffeurs vinden het maar raar. Mama and Papa on bikes zeggen ze lachend. Als ik aan de fietsen sleutel word ik om de vijf minuten gevraagd of ik niet een taxi wil hebben (inclusief gratis maaltijd). Ach de fietsen kunnen ook wel mee. Ze begrijpen absoluut niet dat 2 oudere toeristen uit zo’n luxe hotel op de fiets stappen voor een rondrit over het eiland.
Leonie zegt dan, jij bent natuurlijk ook een beetje vreemd.
Tja met deze luchtvochtigheid, brandende zon en 40 graden, klopt dat ook wel.
Morgen gaan we voor het eerst op pad, we zijn benieuwd.

Kaaskroket en rijstafel

Een nasi rames tussen de middag
“Kaaskroket with bread” kan je hier krijgen. Beetje melig dat wel maar best lekker als je met een flesje Bintang onder de palmbomen op het strand zit. Rijstafel (met 1 t) en bitterballen kan je ook eten. Met het eten hier gaan we door diepe dalen en over lekkere pieken. Vanavond een heerlijke soto ajam gegeten. Net zoals thuis. Wel een discussie met de ober of er wel glasnoedels in gaan. Nee dat deden we vroeger niet, maar de laatste jaren wel, zei hij.
Een paar dagen geleden een zeldzaam smerige babi ketjap gegeten. Stukjes opgewarmd vlees in een snotsaus. Brr. In Indonesie willen ze je niet graag nee verkopen, en dus niet zeggen dat het er niet is. Dan maar wat in elkaar geflanst.
Leonie maakt zoals vaker de betere keuze. Ik wil nog wel eens experimenteren. Als ik een onaangenaam gerecht naar binnen zit te werken, verorbert zij gegrilde reuze garnalen of een lekker visje.
Soms smaken gerechten heel anders dan we gewend zijn, zitten er andere kruiden in. De citroenen smaken hier ook totaal anders dan in Europa.
We gaan de komende weken nog wel verder op zoek naar de echte balinese keuken. Mogelijk eens een kookcursus volgen. Er is hier in Sanur een leuk wandel, fietspad langs de zee. Vanmiddag fietsten we daar langs een duur ogend hotel. Een groepje vrouwen zat daar vruchten in mooi vormen te snijden. Niks bijzonders, behalve dat het hier een kookcursus betrof en het een groepje witte toeristen waren die een wit schort voorhadden en een treurig wit mutsje op. Ook Brr.

Weer op weg: een ontspannen Triathlon

Laatste meters Jago
Jago doet voor de vierde keer mee aan de triathlon van Phuket. Wij zijn zaterdag bij aankomst in Thailand meteen doorgevlogen naar Phuket. Het is voor ons de derde keer dat we hem hier aanmoedigen. Heerlijke routine dus. Zondag begint de wedstrijd om 6:30. Wij kunnen makkelijk opstaan, want we hebben een dikke jetlag. We zijn toch al wakker.
Jago nog nooit zo ontspannen aan een wedstrijd zien meedoen. Gezellig met Merritt rondgehangen tot hij voorbijkomt. Ze zwemmen eerst een stuk in zee, dan een stuk in een Lagoon, dan fietsen ze en daarna lopen ze via allerlei paden nog een 12 km. Merritt loopt ondertussen nog even een run van 6 km. Zij krijgt een even grote medaille als Jago.
Na afloop weer op het strand gegeten met een paar andere atleten. Colleen was vorige jaar nog hoogzwanger, nu doet ze gewoon weer mee. Eddy, haar zoontje is nu 10 maanden en wordt verzorgd door de Nanny. Wij zijn maar dikkege bleekscheten bij dit soort sportieve types.
Jago werd uiteindelijk 77ste, met zijn beste tijd ooit.
Na een paar dagen vliegen we naar een ander eiland: Bali.