zondag, december 27, 2015

Jago en Jago en kleine Jago


Ooit ergens in 1985 (30 jaar geleden) kocht ik een fles wijn bij Pasteuning. Het was een Jago wijn uit Italië. De fles heeft jarenlang liggen verstoffen onderop het wijnrek. Van het voorjaar hebben we bedacht dat we onze oude wijnen maar eens op moeten drinken. Sommige wijnen bleken nog te drinken, andere wijnen helemaal niet. Azijn. En toen bleef er dus nog een fles over: de Jago wijn.
Nu  met kerst in Bangkok heeft Jago (1 jaar ouder) de Jago wijn opengemaakt. Bij een stukje gegrild Australisch vlees en exotisch paddestoelensaus. We waren natuurlijk zeer benieuwd. De reservefles stond klaar voor het geval de wijn niet te drinken zou zijn.
Merkwaardig lekker zacht was de wijn. Uitstekend te drinken bij het eten. Zelden zo iets lekkers gedronken. Uniek. We mogen aannemen dat er niemand in de wereld deze dertig jaar oude wijn ooit heeft gedronken.


Ook om andere redenen een memorabele kerst. De eerste kerst met onze kleinzoon Eli. Een heel goede eter trouwens, zoals zijn vader en grootvader. We zijn nu zo vaak op bezoek geweest dat hij niet meer verbaasd opkijkt als we binnen komen. Hij  begint zelfs aan mijn snor te wennen. Elke dag moet hij even heel voorzichtig mijn snor aanraken.

Een heerlijk ventje. Een heel actief jongetje. Sociaal. Hij loopt de hele dag rond, en wil voortdurend buiten spelen. Hij heeft eigenlijk drie opvoeders. Merritt, Jago en de Nanny Lachme. Lachme komt uit Birma. We vermoeden dus dat de kleine vier talen gaat leren. Engels, Nederlands, Thais en Birmees.  We zullen zien of het vooral horen.
Na bijna een jaar heeft Eli zijn Nederlandse paspoort. Het kostte aardig wat moeite om dit voor elkaar te krijgen. Amerikanen doen er niet zo moeilijk over. Zijn Amerikaans paspoort was zo geregeld. Eli heeft dus 2 nationaliteiten. Laat de PVV het niet horen. Handig voor later. We zijn benieuwd waar deze kleine Expat later gaat wonen.

maandag, december 21, 2015

Burco fiets


Soms is het hier net een rijdend fietsmuseum. Ik zie hier mensen voorbij peddelen op fietsen die ik sinds 1960 niet meer gezien heb. Een rijdende fietsenmaker is bezig met een fiets van een taxichauffeur te repareren. Het is een Burco. Een Amsterdams merk dat al een tijdje niet meer bestaat. Veel fietsen zijn hier nadat de Hollanders zijn vertrokken achtergebleven. En een aantal van die fietsen worden nog steeds gebruikt. Als je ze een beetje onderhoud dan kunnen ze dus meer dan 60  jaar mee.

De Burco fiets heeft nog een velgrem met stalen stangen. Onverwoestbaar. De koplamp is ook nog origineel. Een prachtig plaatje zit voorop. De fietsenmaker blijkt er verstand van de hebben. Hij laat wat andere fietsen op zijn telefoon zien. Een Simplex en een Gazelle. Ook een Fongers fiets. Fongers werd gebruikt door de KNIL. Heel populair. De Nederlanders hebben hier het fietsen ingevoerd. Ik heb al eerder over de Bloemenfietser geschreven. http://gazendam.blogspot.nl/2012/12/bloemenfietser_5.html
In Thailand en vooral Maleisie zie je vooral oude Engelse fietsen.

Simplex is een allang opgeheven merk uit Amsterdam. Ze hadden een fabriekje ergens op de Overtoom. Probeer maar eens een Simplex te krijgen in Nederland!

Je kunt je afvragen hoe het kan dat hier veel meer oude Hollandse fietsen rondrijden dan bij ons. Fietsen is hier vooral iets voor de armen. Je bent er zuinig op. Je gooit ze zeker niet weg. Gestolen worden ze ook niet. Geen pekel hier. En ze hebben kennelijk allemaal een extra tropenbehandeling gehad. Ze roesten minder.
Ik zeg tegen de taxichauffeur dat hij zuinig moet zijn op zijn collectersitem. Het woord Collectorsitem gaat de hele groep rond die om ons heen staat. Ze knikken er ernstig bij. De chauffeur vraagt hoeveel ik er voor wil geven. Hij wil hem wel inpakken voor me, zodat ie meekan naar Holland.

zaterdag, december 19, 2015

Stairway to Bali


Ik miste Bjorn gisterenavond. We zijn op zoek naar een eetgelegenheid in de straat van ons hotel. Keuze te over, maar lastig  te kiezen. Bijna alles zit leeg. Een aardige jongen haalt ons over door eerst de saladebar vooraf en daarna het toetje kado te doen. Na enig geaarzel krijgen we het bier voor de helft van de prijs. Zit er eenmaal iemand in de zaak dan volgt de rest wel. Zo te zien krijgen andere gasten dit soort aanbiedingen niet.
Er speelt een gitarist. Evergreens uit de VS. Elvis Presley nummers, nummers van Fats Domino enzo. Hij komt eerst wat spelen aan onze tafel. We zijn immers nog de enige gasten. Slide gitaar, soms raffelt hij zijn teksten af zoals Dylan dat zo goed kan. Op mijn verzoek speelt hij  Heartbreak Hotel. Is een suicidaal nummer, maar hij brengt het heel monter. Als hij Stairway to Heaven inzet vervangt hij Heaven door Bali. Bjorn had wel een paar nummers meegezongen, met deze Balinese Wally.
Merkwaardig is het hoe snel Australië hier vervaagt. Wat een vriendelijkheid op Bali. Iedereen lijkt blij te zijn dat je er bent. We zitten in een luxe hotel aan zee in Sanur. Het is duidelijk laagseizoen. Weinig gasten. Het is een stuk stiller dan we ons van 2 jaar geleden kunnen herrineren. Door een gratis upgrade he bben we een kamer met terras in de clubvleugel. Heel mooie tuin en Leonie kan zo het water in van het zwembad. s Avonds gaan we eerst in zee zwemmen en dan doen we een rondje met 5 zwembaden.
Het blijft een gok om in deze tijd van het jaar hier op reis te gaan. Het is regenseizoen. Het kan heel hard regenen en dan ook nog op de verkeerde momenten. We hebben inmiddels een paar droge dagen gehad. Vannacht regende het 8 uur lang. Nu is het weer droog. Prima dus.

voor Bjorn en Wally:
http://gazendam.blogspot.nl/2015/02/logeren-in-het-kommiezenkot.html

dinsdag, december 15, 2015

50 jaar terug in de tijd


Onze Laatste Dag in Australie. Gegeten in een Brasserie tussen de zakenmensen hier om de hoek. Lekkere wijn gedronken uit Margeret River. Is wel een favoriete drank van Leonie geworden. Wel duur de alcohol hier. We zien flessen Australische wijn die bij AH voor 5 euro te koop zijn, hier voor 12 euro in de winkel staan.
Alle bier is hier een variatie op pils. Een lekkere dubbel of IPA zie je hier niet. Er moet hier nog heel wat ontwikkelingswerk gedaan worden. Zelfs het Belgische biercafe in Perth, het enige in 2500 km omtrek, heeft vooral Stella en Leffe op de tap. Gelukkig hadden ze nog een lekkere Saison Dupont uit Belgie. Er is eigenlijk geen bier met een alcoholpercentage boven de 5% te krijgen. Om hier dronken te worden moet je flink doordrinken.
Er is hier wel meer dat achterloopt. Soms lijkt het leven hier zoals dat 50 jaar geleden in Engeland was. Het leven gaat hier ontspannen en rustig voort. Men is beleefd en vriendelijk voor elkaar. Soms zijn er kleine ongemakken voor ons dat wel. We slapen hier onder ingestopte dekens, dekbedden zijn hier nog niet gearriveerd. Thermoskranen in de douche zijn we nog niet tegen gekomen. Soms zie je nog wasbakken met een losse warme en koude kraan. Veel dingen zijn hier wel beter geregeld. Openbare toiletten zijn schoon. Iets regelen kost weinig moeite. Alles is No Problem.
TV kijken is hier een aparte ervaring. Er is niet zoveel belangstelling voor het nieuws van ver weg. Wel iets over de klimaatconferentie in Parijs. Meteen gevolgd door een interview met de woordvoerder van de kolenindustrie die het akkoord ziet als een ondersteuning van hun beleid. Meestal gaat het toch over zaken die met Western Australia  te maken hebben. Alle programma's worden minutenlang onderbroken door reclame en mededelingen. We hebben al drie kinderenkoren in truttige kledij kerstliedjes zien zingen. 15 minuten reclame is ingeruimd om een collectie van 130 nummers op CD uit de jaren 80 aan te prijzen. Ze zeggen niet hoe duur het is, daarvoor moet je bellen.  Reclames voor dikke auto's, enorme barbeques, kolossale hogedrukreinigers en grasmaaiers. We zien een man alleen in zijn 4 wheel drive stappen. Door het bos crossen en daarna in een kano stappen en op zee een vis van een meter vangen. Vervolgens rijdt hij bij zonsondergang naar huis waar zijn vrouw  hem met open armen ontvangt. De hemel voor de "echte" man!
Vorige keer dat we een Laatste Dag in Australië hadden was in 2013 in Darwin in het Noorden. Toen dachten we hier nooit meer terug te keren. Dat weten we nu niet zo zeker. Australië beviel ons wel weer heel goed.

Campingleven


We zijn op een ouderwetse camping voor een paar dagen. We wonen in een soort stacaravan. Voor douchen en de WC moeten we naar het toiletgebouw. Geeft wel een camping gevoel. Prachtige sterrenhemel in het midden van de nacht. Vannacht stonden er 5 identieke campertjes naast onze caravan. Om negen uur was bij allemaal het licht uit. Een Zwitserse familie zat in de kampkeuken te kaarten. Inclusief auto en stacaravan betalen we waarschijnlijk de helft van wat onze buren per dag betalen. Wij hebben 6 slaapplaatsen en een goed werkende TV en de ruimte. En niet te vergeten elke paar dagen schone lakens. Leonie rijdt in onze auto op de buitenweg toch gauw 40 kilometer harder dan deze knusse campertjes die de 90 net halen. Als je boodschappen wil doen of naar de grote stad gaat, moet de hele camper met inhoud mee.
Op de camping groeten Austaliers altijd. Dat gaat ongeveer als volgt:
"Good morning"
"Thank you, how are you??"
"Fine, great day, and you"
"A very nice morning indeed, don't you think so?
Een kort knikje is niet genoeg. Je raakt al gauw in een hele  conversatie verzeild. Ik versta ze soms ook helemaal niet. Roep dus een paar keer fine, thank you en dan komt er wel weer een vriendelijke reactie. Het is alleen lastig om in te schatten wanneer deze conversatie is afgelopen. Heel veel zinnen eindigen in een vraag, of gaan in toon sterk omhoog aan het eind.
Mede toeristen herken je meteen als je ze tegenkomt. Ze groeten namelijk niet. Australiers altijd. Vanmiddag gegeten in de Lobster Shack. Behalve een fish and chips afhaalchinees is er hier weinig anders in het dorp. Er zijn geen Australische klanten in de Shack. Een paar Japanse families, wat Fransen, een stel Duitsers en een hele grote groep die met de bus is gekomen. De groep krijgt een rondleiding in de visfabriek.
Velen die de Pinnacles bezoeken komen in de Shack terecht. De Pinnacles is een woestijn met vreemde piemelvormige stenen van een meter of 2 hoog. De Japanners naast ons hebben hun eigen wijn meegenomen en eten hele kreeften. De zoons, pubers eten meegebrachte miesoep en patat. Het eten is duur en wordt geserveerd in een ijzeren mandje, met zakjes saus en plastic bestek. De halve kreeft van Leonie is lekker, mijn fish van de fish en chips smaakt naar bordkarton. Op Tripadvisor schrijft iemand dat ze de enige zijn en dat meer concurentie vereist is.
Een schitterende zonsondergang gezien op het strand. Leek Zandvoort wel. De lucht is hier kraakhelder. Drie andere romantische stellen wachten ook op de ondergang van de zon. Een stel met een flesje wijn op een kleedje. Een Japans stel maakt foto's met hun enorme telefoons. Hij had een wit mondkapje voor. Op de pier staan 50 Australiers te vissen.

vrijdag, december 11, 2015

Strandleven


We maken een wandeling op het strand in Cervantes (inderdaad staat er een beeld van een molen, van een ridder te paard en een kleine knecht op een ezeltje). Een natuurlijke baai met veel vissersbootjes te anker voor de kust.
Iemand is zijn hond aan het uitlaten. De herder rent vrolijk door het water. Zijn baasje zit in de auto en rijdt er achter aan. Even verderop zit iemand in de auto te telefoneren zijn 2 keffertjes rennnen blaffend op ons af. Hij onderbreekt zijn gesprek en meld vriendelijk dat de hondjes wel blaffen, maar niet bijten.
Even hiervoor op een uitkijkpunt aan zee zien we 2 heren van onze leeftijd op een surfplank met zeil stappen. Het duurt even voordat ze hun plank en zeil van de auto naar het water hebben getild. Het is zeker windkracht 7 waar ze tegenop tornen. Eenmaal op het water stappen ze wonderlijk snel en elegant op en stuiven ervandoor.
 Het strand heeft in Australië een heel andere betekenis dan bij ons in Europa. Het is hier natuur, vrijheid, activiteit. Bij ons is het zonnen, rust, en  niks doen. Wanneer we na wat klimwerk arriveren in het park Le Grand bij Esperancce in het zuiden van Australië gaan we even pootje baaien. Er wordt over gediscussieerd, maar velen menen dat het het mooiste strand van Australië is. Laten we het erop houden dat het een van de mooiste stranden van het vaste land is. Andere toeristen nemen foto's en gaan even zitten. Australiers herken je meteen .Ze gaan direct wat doen. Snorkelen, vissen, surfen of een flinke wandeling maken.
Het zand voelt hier aan als natte witte poedersuiker. Zeer fijn gemalen. En knalwit. Gaat de zee erover heen dan wordt het zand heel hard en knispert het als je erop loopt.
Al je hier op een strand komt is het meestal leeg of bijna leeg. Boulevards heb je hier niet. Je kan in een dorp op een paar punten bij zee komen en daar houdt het mee op. Terrasjes aan zee waar je over zee uit kan kijken zijn er eigenlijk niet. Op de camping waar we in een caravan zitten, kijken we uit op een grindweg en wat lege kampeerplekken. De camping is aan zee maar niemand heeft zicht op zee.

woensdag, december 09, 2015

Toodyay


Ons huisje heeft muren van stro met leem erop. Heel comfortabel. Houten betimmeringen. Een buitenplek met uitzicht over een riviertje. De lichtknopjes zijn van koper en lijken zo uit 1900 te komen. Vanavond mag ik lekker koken op vier gaspitten in het keukentje.
We komen op deze plek bij toeval terecht. Onderweg van het binnenland naar de kust boven Perth. Wilden eerst naar een hotel verderop, dat vol bleek. Op dit caravan park dat ook een paar huisjes verhuurd zijn we met een oudere dame, en een grote groep wegwerkers de enige gasten. De wegwerkers van de firma John Holland wonen in hun eigen caravans. Nou ja caravans. Twee grote gevangeniscellen, met piepklein raam met tralies, met airco dat wel. Ze kunnen die dingen overal neerzetten.
Vanmiddag naar het stadje Toodyay in de Avon vallei. Een dorp met vriendelijke bejaarden met aardige huizen uit 1900. Een goed onderhouden straat van een 100 meter. Veruit de grootste winkel is de winkel met kerstspullen. Een grotere kerstwinkel dan we ooit hebben gezien. Alles blijkt onbetaalbaar. Een doosje met 4 vogeltjes voor in de kerstboom 250 dollar. (had leuk geweest voor Oda). Een bewegend kerststuk van 5300 dollar. Een plastic kerstboom van 450 dollar. En ga zo maar door. Als ik op de stoel van de kerstman plaats neem en Leonie een foto neemt, willen 2 dames ook wel een exemplaar. Kennelijk kan ik hier nog wel een boterham verdienen als kerstman. De gestalte heb ik wel.
Leonie koopt een kaartje en wil er graag een postzegel bij. Nou dan moet je naar het postkantoor hiernaast. Inderdaad een heel mooi gebouw met postoffice erop. Daar blijken ze van alles uit de buurt te verkopen. Honing, potsierlijk geboetseerde beelden e.d. De grijze mevrouw achter de kassa legt uit dat het postkantoor om de hoek is naast de supermarkt. Dit was vroeger het postkantoor. Zo is het hele dorp iets anders. In de brandweerkazerne zit een galerie, in de gevangenis een museum.
Verderop rijden treinen, vooral goederen treinen. Ze maken een prachtig geluid. Een hele zware Toeoet. Doet sterk aan de USA denken. Ijzererts wordt ermee vervoerd. Ik tel achter een locomotief 125 lege wagens.

zaterdag, december 05, 2015

Planned burn


We rijden tussen Augusta en Albany in het Zuiden kilometers in de rookwolken. De berm aan een kant van de weg is in brand gestoken. Ze noemen dat planned burning. In het voorjaar worden de randen van natuurgebieden eens in de 8 a 20 jaar in de fik gestoken. De vlammen kunnen dan niet overslaan als er met droogte een echte bosbrand uitbreekt. Misschien nuttig, maar mooi is anders en het stinkt behoorlijk.
We brengen een dagje in de buurt van Albany door. Allerlei verlaten stranden en rotsen in zee zijn te bekijken. Bij Salmon Hole zien we inderdaad een knots van een zalm zwemmen. Bij de Blowholes horen we de golven bulderen.
Wel is nagenoeg de hele zuidelijke kust op dit stuk verbrand. Als hier de boel in de fik is gestoken is dit toch wel een beetje uit de hand gelopen. We komen een boswachter tegen die vertelt dat hier een storm met erg veel onweer langs de kust is getrokken van west naar oost. Op honderden plekken is  de bliksem ingeslagen en is brand ontstaan. De inslagen gingen door tot  Esperance 350 km verder. Daar zijn een boer en een paar Duitse backpackers omgekomen in een bosbrand.


Branden in de natuur hier zijn dus heel gewoon. De boswachter legt uit dat heel veel dieren de branden met gemak overleven. Veel kleinere beesten kruipen in de grond. Als ze dieper dan 10 cm zitten komt de brand er niet. De grotere beesten zoals kangoeroes springen weg. Zaden ontkiemen  meestal al na een paar dagen. Grotere bomen zijn geblakerd maar leven gewoon door.

Ik zie een boswachter in Nederland niet zo gauw een stuk van de Waterleidingduinen of van de Veluwe in de fik steken!

Australiers

Flipflops, sportbroek en T shirt dat dragen de mannen hier. Alleen als ze aan het werk zijn hebben ze stevige boots aan. Wat voor weer het is doet er niet toe. Regen, hitte, kou ze schijnen nergens iets van te merken. Ze gaan er vanuit  dat het altijd goed weer is.
Jonge vrouwen en meisjes in de grote stad dragen voordat ze dik worden korte broekjes of een rokje. Zelfbewust tonen ze zich en dat wordt door iedereen geaccepteerd.
Pubers ogen hier vrolijk, fris en sportief. Het is in Australie nu de week van de schoolreizen. Ze bevolken de vakantiecentra. Ze hebben zo te zien veel plezier met elkaar.
Bij het strand bivakkeren de surfers. Sportief, bruin, beetje hippieuiterlijk, vooral heel erg relaxt. Hun busjes staan met de achterklep naar zee gekeerd. Ze zitten urenlang met een biertje te kijken naar de laatste collega's die nog op het water zijn. En natuurlijk naar de ondergaande zon. Vannacht slapen in de bus en morgen ergens anders heen om te kijken of daar de golven beter zijn. Zo kan dat jaren door gaan.
Het bewoonde deel van Western Australia hier rond Perth ligt geografisch enorm geisoleerd. De andere grote steden in Australie liggen 3000 tot meer dan 4000 km verderop. En die kilometers zijn vooral leeg. Het buitenland is nog veel verder weg. Bali is dik vier uur vliegen. Bangkok ligt even ver weg als Antartica.
Het hebben van een goed humeur lijkt wel een nationale plicht. Vriendelijk zijn, zorgen dat niks een probleem is. Kalm en rustig gaat het leven hier z'n gang. Voor ons zijn ze alleraardigst. Voortdurend vragen mensen geïnteresseerd waar we van daan komen. Als je ergens wordt begroet met: "Hello Mate. What can I do for you?" dan is dat altijd leuk. Zonet krijgt Leonie een compliment omdat ik help de spullen in de tas te stoppen bij de supermarkt. We worden aan anderen voorgesteld met: "Here are two lovely people from the Netherlands". In zo'n omgeving ga je je vanzelf ook als Nederlandse hork beleefder en vriendelijker gedragen.
Je krijgt hier ook het gevoel dat de rest van de wereld emotioneel ver weg ligt. Bijna iedereen is hier blank. Steden als Melbourne en Sydney zijn veel meer muliticultureel. Er zijn wat Japanners en een enkele Indiër die hier rondreizen. Parijs ligt ver weg. Er is wel wat op TV te zien, maar alles gaat verder gewoon door. Het enige gesprek over Parijs dat we hebben gehad is met een Franse jongen die als ober werkte in een restaurant. Gelukkig was niemand die hij kende omgekomen. Hij was behoorlijk gechoqueerd, mogelijk nog meer omdat z'n omgeving hier dat niet zo was.
Wij voelen ons ook ver weg van Europa. Niet onprettig eigenlijk.

dinsdag, december 01, 2015

Accident prone


Het is een wonder dat Leonie met me op reis blijft gaan. Na een nacht vliegen komen we bij ons hotel in Perth. De meneer achter de balie kijkt verbaasd als we inchecken. Hij kan onze boeking niet vinden. Terwijl ik wel een mooi papier met de data van booking.com kan overhandigen. Blijkt dat ik dit hotel op die data in 2016 heb geboekt! Tegen een lage prijs zonder annuleringsmogelijkheid. Tot overmaat van ramp blijkt het hotel op 1 kamer na te zijn volgeboekt (later begrijpen we dat dit komt door een AC/DC concert verderop in de stad). Dat wordt dokken in dit commerciële land. Na wat geschipper krijgen we nog wat van de prijs af. Bellen met booking.com zorgt dat het bedrag wordt teruggestort. Als ik data blijf verhaspelen moet Leonie me maar onder curatele stellen.
De volgende dag maken we een lekkere fietstocht langs de 2 grote rivieren van Perth. Het water is een beetje brak. Het grootste deel gaat over mooie strakke fietspaden. Halverwege ben ik mijn fitbandje Loop verloren. Een stuk terugfietsen en in de berm zoeken levert niks op.
Probeer nooit met de Australiers gelijk op te eten. We trekken met de auto naar het zuiden en bekijken steeds de plekken aan de kust. In een vakantiedorp aan zee wordt door honderden mensen gegeten. Op zaterdag ga je met je familie naar het strand en vervolgens uitgebreid eten. Bij een leuk restaurant poogde ik een enorme burger en friet te verorberen, met bijpassend lokaal gebrouwen bier. Leonie at inktvis. Ik kreeg het met moeite naar binnen. Iedereen om ons heen at dergelijke porties. Aan de tafel naast ons speelde een echtpaar de Grand Boufe na. Mosselen, oesters, pasta. Zij dronk door elkaar heen witte wijn en corona's. Zij at de spaghetti op een manier die we nog nooit gezien hadden. Ze pakte wat slierten met haar vork, deed haar hoofd achterover en liet zo de slierten naar binnen glijden. Mogelijk was dit erotiserend voor haar man.
De straf volgt snel na de zonde. Na dit eten liep ik een enorme voedselvergiftiging op. De nacht erna was mijn gehele maag-darmstelsel volledig leeg. Goed dat je lichaam zo reageert, maar het blijft klote. Verpleegkundige Leonie is natuurlijk geweldig, aardig maar ook doortastend. Zij is ook ziek geworden, gelukkig wat minder erg dan ik.We sliepen in een hotelkamer achter een kroeg. Lawaaiig, alles bruin, tralies en geen uitzicht. Beetje te goedkope keuze hier (75 euro!). Raadselachtig hoe ze aan een goede beoordeling zijn gekomen.
Vandaag blijk ik mijn tandenborstel te hebben vergeten in het vorige hotel. Met boodschappen doen viel bij de kassa mijn verlovingsring van mijn vinger. Gelukkig zag een cassierre hem liggen. Dat doet 2 dagen niet eten met je.

donderdag, november 26, 2015

24 augustus 2015



Uiteindelijk raken we de tel kwijt bij de zevende of achtste controle. Het vliegveld van Phuket is in hoge paraatheid. Overal worden we gecontroleerd. Onze bagage gaat door de scanner en wordt daarna nog eens 2 keer open gemaakt. Bij elke koffer wordt de inhoud door twee of drie beambten in gele hesjes door gesnuffeld. Computer, batterij, fototoestel mogen niet in de koffer blijven. Ze moeten mee met de handbagage. Zelf gaan we door de scan en worden we met de handscan gecontroleerd. Vervolgens nog twee keer betast, de laatste keer alleen om de heupen mogelijk op zoek naar een bomgordel. Onze paspoorten worden een keer of zeven bekeken.
En laat ik nou net in deze situatie een klein foutje hebben gemaakt! Ik heb op de elektonische
aanvraag voor een visum voor Australie als geboortedatum opgegeven 24 augustus 2015. Als we ons na een uur controles melden bij de incheckbalie wil de mevrouw mij geen incheckkaart geven. Mijn geboorte datum klopt niet. Chef erbij die zei dat het inderdaad niet kan. De chef van de  chef moet kontakt opnemen met Canberra, de hoofdstad van Australie. Als die geen toestemming geven kan ik niet mee. Wij moesten maar even wachten. Ik zag een totaal uitgestorven ministerie voor me op de woensdagavond om 10 uur, waarbij een slaperige portier de telefon uit Phuket opneemt.
 Leonie vind het allemaal niet amusant. Eigenlijk blijft ze nog redelijk vriendelijk.Ze belt Jago en die zegt dat je bij Thai altijd op je strepen moet staan. Dus wij weer naar de incheckbalie. Inmiddels staat er niemand meer in de rij. Iedereen is verder ingecheckt. Na wat heen en weergepraat, krijgen we nog niks voor mekaar. Weer wachten.
Ik zoek maar eens op wanneer de volgende vlucht gaat. Over 2 dagen en flink duurder. Na weer wat rondhangen bij de balie is het probleem opgelost! We mogen zomaar mee.We hebben zelfs nog tijd om een paar blikjes bier te kopen. Die moeten we wel snel opdrinken, want bij de Gate worden onze tassen nog een keertje opengemaakt en worden we weer gefouilleerd.

woensdag, november 25, 2015

De wereld van de echt rijken

Jago, Merritt en een vriendin Susan doen de team Triatlon van Phuket. Susanne die hoogzwanger is zwemt, Jago fietst natuurlijk en Merritt loopt. Allemaal erg ontspannen. Nog in een redelijke tijd ook en savonds zien ze er nog fris uit.
De Triatlon is in Laguna Beach een groot park met dure hotels en koophuizen. Er rijden gratis wagentjes rond, waarmee je van het ene hotel naar het andere wordt gebracht. Wij logeren in een appartement 2 keer zo groot als ons tuinhuis, in een verder heel stil hotel. De lobby blijkt een piepklein hokje, eten kan in het hotel ernaast. Bij de twee zwembaden zitten wat bejaarden. We worden vriendelijk begroet. Nieuwe gezichten zijn hier wel welkom! 
Merritt onze schoondochter werkt voor een reistijdschrift. Dat is de reden dat ze nog wel eens in een duur hotel zit ( gratis uiteraard). Zij zitten in de Banyan Tree in een villa met zwembad. Er zijn twee slaapkamers dus de nacht voor de Triatlon slapen we bij hun. Zij moeten om halfvijf op. Wij kunnen dan op kleinzoon Eli passen. Zo krijgen we een kijkje in de wereld van de echt rijken. De tuin van de villa is ommuurt. Bij de villa zijn 4 douches, 2 binnen en 2 buiten. Een flink zwembad, grote stenen huttub met waterval. Dit alles voor 10 keer de prijs van ons verblijf. Merritt kan Jago nog net weerhouden van een foutje. Hij is al bezig om een halfje champagne open te maken als ze roept dat de drank niet inbegrepen is. Zo'n flesje kost hier 300 euro!
Het terrein  van het hotel is immens. .Elektrische karretjes rijden af en aan in dit Centerparks voor de rijken. Naast het terrein kan je golf spelen. Per speler rijden er 2 man personeel mee. Een  om het karretje te besturen en een om de clubs aan te rijken. De kennismaking met een duizend dollar resort zal wel eenmalig zijn. We hoeven hier niet zo naar terug.
We blijven nog een paar dagen met Jago aan de zuidkant van Phuket in een resort me de mooie naam Serenity. Het zit ons weer mee. Een gratis upgrade naar Penthouse (250 meter)! Bovenop een knots van een terras, met bubbelbad uieraard. Het uitzicht is fantastisch. Zee, scheepjes en een groen eiland. We krijgen alle gelegenheid om bij te praten met Jago. Het weer is heerlijk fris. Hierna vliegen we naar Perth in Australie.

Eli

Toch speciaal om grootouder te zijn. Je hebt alle plezier van zo'n kind. Zonder een groot deel van de sores.
Onze kleinzoon Eli is nog net 10 maanden. Een lekker aktief en vrolijk ventje. 
We hebben hem een halfjaar niet gezien.  Leonie heeft een koffer ingepakt met kinderkleren duplo en ander speelgoed. Kinderkleren in de maat anderhalfjaar, want Eli groeit als kool. 
Leonie is een goede oma. Binnen de kortste keren wandelt ze met hem rond en geeft ze hem te eten. Hij vindt mijn snor een beetje eng. Pas na een paar dagen durft hij er heel voorzichtig met 1 vingertje aan te komen. En dan maakt hij een gebaar met zijn hoofd om aan te geven dat hij het griezelig vindt.
Hij loopt al flink. Als hij vermoeid is, valt hij om de zoveel  passen op zijn billen. Maar goed dat hij een luier omheeft. 
Bang voor vreemden is hij helemaal niet. 
Na Phuket zullen we hem een week of vier niet meer zien. We missen hem nu al. Over 4 weken zitten we weer voor een paar weken in Bangkok. 

Reis 2015 naar Azie


Het wordt een jaarlijkse gewoonte om een paar maanden naar Azie te vetrekken. Natuurlijk om kleinzoon Eli en zoon  jago te zien. De feestdagen vieren we in Bangkok. Evenals de eerste verjaardag van Eli.  Onze reis is 9 dagen uitgesteld door mijn val van de ladder. De rug mag niet te veel belast worden.
Voor mij een extra luxe vakantie. Ik til helemaal niks. Koffers sjouwen is voor anderen. Wel moet ik accepteren dat ik als brekebeen te boek sta. Voortdurend word ik gewezen op afstapjes en gladde stukken waar ik voor op moet passen. Sinds 24 november vang ik AOW. De aftakeling gaat snel.

woensdag, februari 11, 2015

Bieren in de Westhoek


Fantastisch, maar niet te zuipen. We doen een rondleiding door de brouwerij Cantillon in een straat in Brussel. Een oude geuze brouwerij waar het bier door spontane gisting tot leven komt. De brouwerij is heel ouderwets. Voor ons bierliefhebbers uitermate boeiend en zo ver ik weet het enige museum waar Gerard met plezier heeft rondgelopen. We zijn niet de enigen op deze maandagochtend om 10 uur. Flink wat Spanjaarden en Italianen lopen hier ook rond. 
Het bier dat gebrouwen wordt is een lambiek zonder schuim, uitermate zuur. De mevrouw van de brouwerij geeft aan dat het een soort bier is zoals gebrouwen in de middeleeuwen. En dat we elke smaakervaring van het andere bier moeten vergeten als we het bier proeven. Na de rondleiding drinken we een paar proefglaasjes. Geen van vieren vinden we het lekker. Ik heb de neiging de inhoud van het proefglaasje in een plantenbak te kieperen.

Deze rondleiding is de afsluiting van drie dagen in het teken van bier en de eerste wereldoorlog. Kris kras hebben we tussen Watau, Ieper en Poperinge gereden door de Westhoek. Heel leerzaam en voedzaam.

Dat Geuze bier best wel te drinken is, en zelfs lekker kan zijn, hebben we gemerkt in het café La Mort Subite in Brussel. De langzaam ontdooiende ober daar legt Bjorn en ons tot drie keer toe het verschil uit tussen Lambiek, Faro en Geuze. Wat een mooi café! Zouden we in Brussel op de universiteit werken dan zaten we hier elke dag. Wifi op Eduroam van de Universiteit.

Op zaterdagmiddag reden we door een totaal verlaten streek naar een veel fameuze nieuwe brouwerij:  De Struise Brouwers. Hun proeflokaal in Oostvleteren is een paar uur open op zaterdag. In een piepklein dorpje is een ingang door een bouwval naar een binnenplaats, waar tientallen tonnen met bier in de buitenlucht staan. De brouwerij zelf is in een oud schoolgebouw. Bij binnenkomst blijkt dat het proeflokaal afgeladen vol zit met vooral buitenlanders: Japanners, Amerikanen, Spanjaarden en Italianen. Meer dan 30 bieren van de tap worden aangeboden, helaas is al een deel opgedronken. Vooral de populaire IPA’s zijn op. We drinken verschillende bieren, lekker maar behoorlijk sterk. Een mooie beginnende brouwerij, zeer zeker met durf opgezet gezien de mooie vaten en andere dure spullen die gebruikt worden. En succesvol.
Als we even verderop bij een bierhandel, wat bier gaan aanschaffen, blijkt dat De Struise brouwers toch ook commercieel denken. Deze bierhandel heeft ook een eigen brouwerij met een flinke capaciteit. Heeft een bier van De Struise brouwers succes dan wordt dat hier gebrouwen.  Er staan enorme tanks met Pannepot bier.
En dat is iets dat we iets dat we dit weekend vaker hebben gezien. Bier wordt niet altijd gebrouwen op de plek waar je denkt dat die gebrouwen wordt. Zo hebben we het vermoeden dat veel bier uit de streek bij de St Bernardus brouwerij wordt gebrouwen, een moderne en grote brouwerij. We hebben dat niet kunnen controleren omdat we 5 minuten na sluitingstijd arriveerden. Het bier van het trappistenklooster net over de grens in Frankrijk op de Mont de Cats, wordt gebrouwen bij de Belgische monniken van het trappistenklooster in Chimay. Het bier mag zich trappistenbier noemen, maar behoort niet tot de harde kern van de officiële trappistenbieren. Gebrouwen door een trappist in een trappistenklooster voor een trappistenklooster is nog geen trappistenbier begrijpt U.

Geen van ons neemt een biertje mee bij brouwerij Cantillon. Maar dat geldt niet voor de Spaanse toeristen. Hele dozen bier worden aangeschaft. T shirts en andere spullen vinden gretig aftrek.


dinsdag, februari 10, 2015

Logeren in het Kommiezenkot



Ik ben met drie biervrienden op pad om brouwerijen te bezoeken in Vlaanderen. Een soort pelgrimage zonder God. Op vrijdag eten we in ‘t Hommelhof een restaurant in Watau dat gespecialiseerd is in koken met bier. Je kan daar alleen gerechten met bier bereid eten. 

Om dicht in de buurt te verblijven heeft Bjorn kamers gehuurd in het Kommiezenkot in Poperinge. We zijn vergeten een kaart mee te nemen en internet werkt op geen van onze telefoons. De mevrouw van Garmin kent geen Kommiezenkot en Booking.com geeft een verkeerd adres op. Nadat we een paar blokjes en wat heen en weer hebben gereden (wel even een biertje onderweg gedronken) blijkt dat we al een keer of 4 langs het Kommiezenkot zijn gereden.

Onderin het Kommiezenkot is een aandoenlijk vijftigerjaren douane museum. In het cafe is een cel gebouwd waar je op gesloten kan worden in een boevenpak. We zitten hier precies op de grens, aan de overkant van de straat is het Frankrijk, daar spreken ze ook alleen Frans.

“Podverdomme nog aan toe” We worden ontvangen door de eigenaar Wally, die luid vloekend aan de telefoon binnen komt. Wally is een enorme fan van Elvis Presley. Geen imitator maar iemand die van die muziek houdt. Al gauw is hij met Bjorn in gesprek over muziek uit die tijd. Wally wil wel graag met Bjorn zingen, die immers ook heel veel nummers uit die tijd kent. Bjorn geeft aan dat hij eventueel vanavond wel wil zingen.

Door de copieuze maaltijd en de bieren komt het er die avond niet van dat Bjorn met Wally zingt. Na het ontbijt bewonderen we de gitaren van Wally in zijn Penthouse met mooi uitzicht over de heuvels. Hij is licht gehandicapt geraakt na een zware val een paar jaar geleden. Hij oefent nu op een Dobro, een steel guitar. 


Bjorn moet er toch aan geloven en een mooi duo is geboren Wally en Bjorn. Wally zet een bandnummer op, zingt in zijn ouderwetse microfoon en Bjorn zit quasi nonchalant op een barkruk op het toneel. Het klinkt eigenlijk best aardig, zo vroeg op de ochtend. 


Na elk nummer wil Bjorn vertrekken, maar dan wordt weer een nummer opgezet. Eindelijk weet hij zich los te rukken, en we vertrekken snel richting Ieper. In de haast blijkt dat Bjorn zijn paspoort en creditcard heeft laten liggen in de Kommiezenkot. We zullen dus de volgende dag terug moeten om die op te halen. Mogelijk kan Bjorn dan nog even een nummertje zingen, vragen we ons af.

donderdag, januari 15, 2015

Vreemd Thailand


Als je wat langer in een land verblijft gaan je eigenaardigheden opvallen. Soms zijn de dingen helemaal niet zoals ze lijken te zijn.

Op den duur merk je dat de meeste mensen je helemaal niet verstaan. Ze willen je best helpen want vriendelijk zijn ze bijna allemaal. Ze zeggen wel yes, maar dat is uit beleefdheid. Ze verwijzen om je behulpzaam te zijn graag naar verdiepingen of winkels waar het product wat je wil hebben ook niet te krijgen valt. Maar dan hebben ze je geholpen. Taxi chauffeurs kunnen Soi 22 alleen verstaan als je twotwo zegt en daarbij 2 maal 2 vingers opsteekt. Eigenaardig blijft dat heel weinig mensen die hun kost verdienen in de toeristenindustrie geneigd zijn om wat beter Engels te leren.

De vraag is of men eigenlijk wel zo geïnteresseerd is in die buitenlanders? Neem nu die meneer die me in de straat waar we wonen een dik voetballershorloge aanbiedt, een Rolex of zo. Niet zo bijzonder dat hij me aanspreekt, maar tien dagen lang elke dag soms tot drie keer toe? Als je nu in het vak zit van horlogeverkoper, dan is het toch handig als je na een paar keer van een klant weet dat ie niks wil kopen? Naast ons huis zit een oudere meneer die altijd op de geldautomaat wijst, als we langs lopen. En langslopen doen we, een keer of 20 per dag. Lijken alle buitenlanders op elkaar?

Gelukkig worden we door anderen wel herkend. In Soi 22 waar we een paar weken wonen zijn tientallen massagesalons. De mevrouwen van de massagesalons weten na een paar keer langs lopen dat ik niet zo'n potentiële klant ben. We groeten elkaar vriendelijk dat wel.


Het blijft verbazen hoe de Thai de hele dag het zelfde eentonige of nietszeggende werk kunnen doen. Winkelpersoneel hangt met z'n vijven rond op de afdeling onderbroeken. Mensen zitten in winkels te wachten tot er eens een klant langskomt. Imitatiepolitieagenten staan de hele dag het verkeer uit een parkeergarage te regelen. En dan hebben we het niet over een 38 urige werkweek maar over zeker het dubbele. Na het inwilligen van een verkiezingsbelofte is het minimumloon officieel 300 baht, een 8 euro per dag. Dat is voor Azië enorm hoog. Ter vergelijking: in Birma is het minimumloon 50 cent per dag. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat velen dat minimumloon niet verdienen.

Thaise mensen zijn gauw tevreden met hun lot. Mogelijk komt dat door het boeddhistisch geloof. Mensen accepteren hun bestaan. Hebben ze een baantje dan zijn ze daar tevreden mee. Wij als westerlingen willen steeds verder, hoger, meer. Wij zijn niet gauw tevreden met ons bestaan. We kunnen wel wat leren van de Thaise mens.

woensdag, januari 14, 2015

Verkeer

De eerste indruk die je krijgt van het verkeer is dat het zo krankzinnig druk is. 6 banen auto's. Duizenden brommers. Uren van de dag staat het verkeer helemaal vast. Een grote stinkbende. Als je op sommige kruispunten het fijnstof zou meten, raken de meters verstopt. Er wordt wel gezegd dat Bangkok de stad is met de meeste files ter wereld.

Op den duur gaat echter ook opvallen dat men enorm beleefd is in het verkeer. Ze toeteren niet, laten anderen voorgaan. Het fileleed wordt geaccepteerd en met z'n allen gedragen. Heel plezierig. Als je hier een paar honderd Hollandse automobilisten zou loslaten dan werd het binnen enkele uren moord en doodslag.


De Skystrain nemen is heerlijk. Lekker koel en snel. Hoog boven het verkeer zoef je naar een ander deel van de stad. Het is een groot succes de Skytrain, maar op sommige momenten zo druk dat je de trein nauwelijks inkomt. De Skytrain wordt vooral door de middenklasse, werkende buitenlanders  en door toeristen gebruikt. Dat komt omdat de Skytrain relatief duur is. Een retourtje kost al gauw 70 Baht (1,60 euro).

De taxi's zijn hier bespottelijk goedkoop. Eigenlijk veel te goedkoop. De meter begint bij 35 baht (80 cent) en daar kom je al een eindje mee, dan loopt de meter heel langzaam op. Met z'n tweeën in de taxi is veel goedkoper dan de skytrain die boven de grond rijdt. Vaak wordt je in de taxi voor minder dan 1 euro vervoert. Het is dan ook niet raar dat taxichauffeurs met je een vaste prijs willen afspreken of willen onderhandelen over de prijs naar het vliegveld. Later op de avond weigeren heel veel chauffeurs de meter aan te zetten. Het is dan flink zoeken naar een taxi die de meter aan wil aanzetten. Welgestelde toeristen die een paar dagen in Bangkok zijn vinden het meestal heel redelijk voor een paar euro meer vervoert te worden. Helaas lijken wij een beetje veel op welvarende toeristen en zet men de meter niet aan. Dreigen met uitstappen is dan het enige dat helpt. Gisteren had de taxichauffeur een nieuwe variant. Hij had z'n meter verborgen onder een honkbalpetje. Dat haalde hij pas weg toen ik zei dat we uit wilden stappen.


We hebben hier door de drukste straten gefietst. Geen probleem.  Behalve de bussen is de rest van het verkeer heel voorzichtig met die rare buitenlanders op de fiets. Geduld en behendigheid is wel vereist. Je moet soms wel 135 seconden wachten voor het rode licht en de wegen hebben soms enorme kuilen.  Als fietser of brommer mag je ook gewoon tegen het verkeer in of op de stoep rijden. Alleen rechtsafslaan op de grote weg zoals Sukhumvit is op de fiets niet te doen. Te gevaarlijk.

Hier en daar is een poging gedaan om het fietsen iets te vergemakkelijken, door een soort fietspaden op de stoep te schilderen. Daarop heb ik echter in de laatste maand geen fietser gezien. Grootste probleem bliijft de luchtverontreiniging. Lekker diep ademhalen voelt als een aanslag op je luchtwegen.  Jago rijdt met een speciaal filter voor zijn mond. Als hij  een paar keer naar zijn werk is gefietst is het filter helemaal zwart. 

woensdag, januari 07, 2015

Opa en Oma


Eli, (spreek uit op zijn amerikaans: I lie) onze eerste kleinzoon is geboren. Een mooi jongetje met veel haar en de oogopslag van zijn vader. Vandaag komen vader, moeder en Eli thuis.

Vlak na de geboorte in het ziekenhuis kunnen de vier grootouders en tante Kat het kind bewonderen door een raam op de couveuse afdeling. Eli doet zijn ogen open en ik zie Jago weer liggen 30 jaar geleden.
Het zijn voor ons emotionele momenten. Het is prachtig om dit met z'n allen mee te maken.

Iedereen, in ieder geval alle expats bevallen in een ziekenhuis. Bij de bevalling is alleen de aanstaande vader aanwezig. De rest van de familie kan er niet bij zijn. Wij wachten dan ook af en kijken om ons af te leiden naar domme dingen op de TV. O.a. een reportage over een ranch in Australië  met 40000 koeien. We worden even na 8 uur savonds bericht dat Eli geboren is.


In uitstraling lijkt het internationale ziekenhuis lijkt meer op een hotel dan op een ziekenhuis. De gangen zien er uit als gangen van een mooi hotel. De kamers hebben nummers maar geen patientnamen erop, en de deuren zijn allemaal dicht. De eenpersoonskamers zijn ingericht met keukentje, ijskast, magnetron, eettafel, knots van een televisie en een bank waar de partner op kan slapen. De apparatuur is weggewerkt in de wand. Buiten het raam, op zes hoog is een tuin te zien, waar je rustig kunt wandelen. In de hal is een grote hotelbalie waar je kan betalen per creditcard. Het kost wel wat het verblijf hier.

Eli is een lekker, tot nu  toe heel tevreden kereltje. 51 cm lang. Heel volgroeid, lange vingers met lange nagels, grote voeten.We zijn nog een paar weken hier en we gaan hem elke dag even zien. Met de andere grootouders hebben we afgesproken dat het onze taak is om ons kleinkind zoveel mogelijk te verwennen!

maandag, januari 05, 2015

Wonen in Bangkok


Ben je nog op reis als je langere tijd ergens woont? We blijven een maand in Bangkok. Sinds 25 jaar zijn we op reis niet zo lang op dezelfde plek gebleven. Je zegt wel eens tegen elkaar, "dit is een plek waar ik best langer wil blijven". Daar komt nooit wat van want het reisschema gebiedt dat je door moet. En terugkeren doe je niet zo gauw.
We logeren in het huis van Tony en Colleen. Vrienden van Jago die in ons huis hebben gewoond in Amsterdam. Zij zijn op vakantie in Australië. Het is een echt huis tegen een appartementencomplex aangebouwd. Aan de achterkant ligt een mooi zwembad en een zaaltje met wat toestellen (de gym).

We zijn in afwachting van ons kleinkind. En dus niet geneigd om meerdere dagen weg te gaan. Ook al omdat een vlucht met Air Asia even niet zo zorgeloos meer lijkt. Dus brengen we onze dagen door als stadbewoners die af en toe een uitstapje maken.

Zo zijn we met Jago naar de Imax bioscoop geweest om de laatste aflevering van de Hobbit in 3D te bekijken. Heftig vermaak, draken die door je haren vliegen en veldslagen die over je heen rollen!
Een paar dagen geleden hebben we een boottocht gemaakt met Jago en Merritt, haar ouders en zus met aanhang. In een riverboat, een brede kano met een open automotor en een propellor aan een lange stang achter de boot. Heel mooi varen over de Klongs (kanalen) en de rivier rond Bangkok. Er wordt tot op het water gewoond. De huizen zijn vaak rommelig en scheefgezakt. Sommige plekken zijn prachtig, op andere oevers is het een grote plastic vuilnisbelt.
Kat, de zus van Merritt zwaait naar iedereen, en ze zwaaien allemaal terug. Over de rivier van Bangkok varen ook veerboten die om de paar honderd meter aanleggen. Bij terugkomst worden we door onze schipper afgezet op een pier in de oude stad vlak bij het paleis en de grote boeddha. Er passeert ons een veerboot volgepakt met mensen. Je houdt je hart vast als je dat ziet. Dit moet een keertje fout  aflopen. Bij de pier staan honderden mensen in de rij om de volgende boot te nemen. De meesten die staan te wachten zijn toeristen. We prijzen ons gelukkig dat we niet op de veerboot hoeven te stappen.


Zondag zijn we met Jago wezen fietsen in de groene long van Bangkok. Een gebied over de rivier waar geen hoogbouw is en waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. We gaan naar de overkant met een klein bootje, waar wij en de fietsen net in passen. 20 baht per persoon, inclusief fiets. Aan de overkant zijn een paar wegen en vooral hele smalle betonnen paadjes op palen boven het waterige land. Je fietst soms zo bij mensen door de huiskamer. De bewoners vinden het wel geinig, die toeristen op de fiets. Ze groeten vriendelijk. We zijn hier wel eerder geweest, maar opvallend is hoeveel fietsers we nu tegenkomen. Voor de zondagochtend is het een heel acceptabel uitje om op de fiets wat rond te peddelen. Mensen met volledige wieleroutfit, inclusief mondmasker, bril en helm. Een vader met 2 zoontjes alle twee op een klein fietsje. Moeder zit achterop bij pa, ze kan kennelijk (nog) niet fietsen. Een heel oude meneer op een luxe mountainbike trapt heel langzaam in de zwaarste versnelling. Bij ieder bruggetje stapt hij af omdat het te steil is.
In de stad moet je soms 140 seconden wachten tot het groene licht komt. De meeste brommers en de enkele fietser die voorbijkomen, rijden door rood. Normaliter zou Jago ook door rood rijden, maar met zijn ouders is hij zorgzaam en blijft wachten. Hij vindt eigenlijk dat wij een helm op moeten zetten. Die is verplicht in Thailand. Eigenwijs als we zijn doen we dat natuurlijk niet voor zulke kippenstukjes.