22 toeristen met bagage gaan er uiteindelijk in het open taxibusje die ons naar het busstation brengt. Jago staat ergens achterop. De VIP bus waar we op overstappen, brengt ons in 12 uur dwars door de bergen naar Luang Prabang. Gemiddeld rijden we zo’n 30 km per uur. Bergop en af en op de hele slechte stukken zakt het tempo naar 15 per uur. Om de 3 uur mogen we er even uit. Een paar keer hebben we oponthoud, waaronder een fikse aardverschuiving die door 4 grijpers en wat buldozers wordt weggewerkt. Prachtig is het uitzicht. Het is helaas niet mogelijk om foto’s te nemen. Daar zijn de ruiten van de bus veel te vies voor. Het is behoorlijk koud. De bergbewoners wonen in bamboehutten tegen de steile hellingen gebouwd. De hele familie leeft en slaapt in één kamer. Wel hebben ze bijna allemaal sateliet TV.
Luang Prabang is een oase of eiland midden in de uitgestrekte bergen. Hier geen hoogbouw en druk verkeer. Wel stoepen en prachtig gerestaureerde houten huizen. Volkomen terecht dat Jago ons hiermee naar toe heeft genomen. En hier komen we nog wel eens terug! We moeten wel wat wennen aan de zeer relaxe sfeer. Elke middag brengen we door in cafe Utopia, we zitten (en liggen) op een houten vlonder zonder leuning hoog boven de rivier. Ze hebben daar ook de Hungry Cyclist Burger. Frankrijk was ooit in Laos de baas, en dat is nog hier en daar te merken. Je kan hier overal een baguette krijgen met Le Vache Qui Rit of met paté. Heerlijk!
Het is een grote beloning om na 12 uur in de bus in zo’n plaats aan te komen. Toch besluiten we om een iets gemakkelijker terugweg te nemen. Zaterdag vliegen we rechtstreeks naar Bangkok. In het enige vliegtuig met straalmotoren dat hier landt.. Alle andere vliegtuigen hebben propellormotoren.