In Crescent City een plaatsje aan de kust in Noord Californie zijn 23 van de 25 hotels vol op zaterdag. De twee Motels die nog kamers hebben daar willen we niet zitten. ("The best thing about this hotel is leaving in the morning"; "bed bugs!") Dan toch maar ergens anders heen op zaterdag. Het is het eerste weekend van juli en veel amerikanen nemen het weekend vrij tot woensdag. Dinsdag is het the 4th of july, een nationale feestdag. 4 dagen is voor Amerikanen een echte holiday.
Zo maar een beetje rijden, ergens stoppen en dan een motel zoeken is onverstandig. Dit betekent plannen en van te voren vastleggen waar we heen gaan. Helaas gaan de prijzen flink omhoog als er schaarste is. Tja, kapitalisme heerst hier. We boeken tot vier keer toe de laatste kamer in een hotel.
Op zondag bij het prachtige nationale park Crater Lake merken we ook de drukte. We staan in de file om er binnen te mogen. Na de treinreis zien we voor het eerst andere buitenlandse toeristen. Begrijpelijk want het is een van de mooiste parken in de VS. We kunnen niet helemaal rond het meer rijden omdat er nog te veel sneeuw ligt.
We rijden honderden kilometers op de grens van Oregon en Californie naar de kust.
Prachtige wegen tussen reusachtige dennebomen California Pines. (Ook een nummee van Kate Wolf). Langs de kust een mooie zee, maar ook mist. De temperatuur daalt. Een beroemde vuurtoren kunnen we niet zien door de mist. De misthoorn horen we wel de hele nacht.
In jaren niet zulke kronkelige wegen gereden. Geheel duizelig komen we aan bij de kust. Onderweg stoppen we om te picknikken op een volle camping. Onze buren hebben vrolijke Mexicaanse muziek aanstaan op festivalsterkte.
We blijven iets buiten Fort Bragg in een hotel, met uizicht op zee en een fiets- en wandelpad. Bijna iedereen die voorbijkomt heeft een lange broek en trui aan. Het is fris.
Ook hier is het druk. Vanmiddag wordt in het stadje de 4th of july gevierd.